Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Herat

betekenis & definitie

Herat is de naam van een khanaat in Afghanistan aan de noordoostelijke helling der hoogvlakte van Iran, en strekt zich van de steppen der Toerkomanen zuidwaarts uit, met wigvormig beloop, tot aan het groote meer Hamoen of Zareh in Sedsjestan. Het grenst ten westen aan de Perzische provincie Khorassan, alsmede aan de meer zuidwaarts gelegene Zoutwoestijn, en ten oosten aan Kandahar, eene provincie van Afghanistan. In het algemeen bevat het land het zuidoostelijk gedeelte van het oude Khorassan, en telt op nagenoeg 3000 □ geogr. mijl omstreeks een millioen inwoners.

Door het noordelijk gedeelte loopt de rotswoestenij van Hezareh en Aimak, uitloopers van den Hindoe-Koe, van welke de zuidelijkste het dal van de aanvankelijk westwaarts stroomende en daarna in de steppen zich verliezende Heriroed begrenzen. In het noorden wonen er de Turksche Kisilbasji (Roodmutsen), de Eimak, een zwervend volk, hetwelk zich van de Perzische taal bedient, en de Hezareh, een stam der Usbeksche Tartaren. In het vruchtbare dal der Heriroed bestaat de bevolking meerendeels uit onderworpene Tadsjiks, en voor ’t overige uit Afghanen, welke er heerschappij voeren.

De evenzoo genoemde hoofdstad, de eenige merkwaardige plaats van het geheele Khanaat, ligt 85 geogr. mijl ten westen van Kaboel en 40 geogr. mijl ten zuidoosten van Mesjed, in eene vruchtbare dakvlakte der Heriroed, een uur gaans van deze, die men er overschrijden kan langs eene brug, welke op 26 bogen rust. De stad, die eene bevolking heeft van 100000 — volgens anderen van 50000 — zielen, vormt een langwerpig vierkant, omgeven door een aarden wal, welke 13 tot 16 Ned. el hoog en met een muur ter hoogte van 8 tot 10 Ned. el, alsmede met een 30-tal torens gekroond is. De wal is voorts omringd door eene gracht ter breedte van 10 Ned. el. Herat is een doolhof van naauwe, donkere, vuile straten en stegen. De huizen zijn er meerendeels van eene verdieping voorzien. Het Koninklijk paleis beteekent er niet veel, en de groote moskee verkeert in een vervallen toestand. Rondom de stad ontwaart men overal sporen van voormalige grootheid. — Het dal der Heriroed is met boomgaarden, bloemtuinen, wijnbergen, graanvelden, dorpen, landhoeven, groene weiden en springbronnen bedekt, en de koningstuin (Bag-Sjahi) beschouwde men weleer in het Oosten als een van de wonderen der wereld. In de stad vervaardigt men beroemde degenklingen, rozewater, zijden en wollen stoffen, en men verzamelt er eene groote menigte Indische voortbrengselen, waarmede de markten van Kirman, Jesd en Ispahan worden voorzien.

Herat is de sleutel van den grooten weg uit Perzië door Afghanistan naar Indië en voor de belangen van den handel en van den oorlog zeer merkwaardig. Als het middelpunt van den Karavanenhandel en als de stapelplaats tusschen Indië, Afghanistan en West-Azië strekte de stad van ouds tot steunpunt aan alle veroveraars, die uit West-Azië in Indië doordrongen. Omdat men haar ook uit het noorden bereiken kan, hebben de Perzen, gesteund door Rusland, in den laatsten tijd meermalen pogingen aangewend, om de stad in hun bezit te krijgen, weshalve de Engelschen met den gezaghebber van Herat een of- en defensief verbond hebben gesloten. — Men verhaalt, dat de stad door Alexander de Groote is gesticht. Zij werd in het midden der 7de eeuw met geheel Khorassan aan de Arabische Khalifen onderworpen. In 1381 viel zij in handen van Timoer, en onder de opvolgers van dezen verhief zij zich tot een zetel der Perzische wetenschap en letterkunde.

Later maakte zich de Usbeksche Tartaar Schaibeg van haar meester, en onder zijne onmenschelijke heerschappij werd de welvaart der stad voor altijd vernietigd. In 1510 zag hij zich door Ismaël Sofi, van den troon geworpen, en de stad werd aan Perzië toegevoegd, terwijl in 1749 de Afghanen zich van haar meester maakten. Bij de oorlogen, door broeders van het vorstenhuis der Doerani gevoerd, werd Mohammed, derde zoon van Timoer-Sjach, naar Herat verdreven, waar hij een afzonderlijk rijk stichtte en in 1829 overleed. Op hem volgde z{jn zoon Kamran-Sjach, en Herat werd wegens de veroveringen der Engelschen en Russen een zeer merkwaardig punt. In 1855 viel dit Khamaat weder in de handen der Perzen, die het echter weldra moesten verlaten, terwijl het thans geregeerd wordt door Yakoeb, een zoon van den Vorst van Kaboel.