Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hensel

betekenis & definitie

Hensel (Wilhelm),een verdienstelijk Duitsch historieschilder, geboren te Trebbin den 6den Julij 1794, wijdde zich te Berlijn aanvankelijk aan de beoefening der schoone bouwkunst, doch bepaalde zich vervolgens bij de schilderkunst. Nadat hij in den bevrijdingsoorlog als vrijwilliger gestreden had, zag hij bij zijn terugkeer zich genoodzaakt, kleine teekeningen voor almanakken enz. te vervaardigen, ten einde in het onderhoud zijner naaste bloedverwanten te voorzien. Daarna knoopte hij betrekking aan met Wach en schilderde eene reeks van tafereelen uit beroemde drama's ten behoeve van het voorportaal der concertzaal in den nieuwen schouwburg. In 1821 wekten zijne teekeningen voor de uitvoering van het feestspel „Lalla Rookh” de algemeene bewondering en bezorgden hem de middelen om 5 jaar in Italië te toeven.

Hier gevoelde hij zich inzonderheid aangetrokken door de ideale rigting der oud-Italiaansche school. Onder anderen schilderde hij te Rome het groote doek: „Christus en de Samaritaansche vrouw”. In 1828 keerde hij terug naar Berlijn en werd er tot professor aan de Académie van Schoone Kunsten en tot Hofschilder benoemd. In 1848 stond hij aan het hoofd van het korps kunstenaars, dat zich aan de zijde schaarde der reactionaire partij. Na dien tijd heeft hij niet veel merkwaardigs geleverd, doch zich hoofdzakelijk bezig gehouden met de vermeerdering zijner verzameling portretten van beroemde tijdgenooten, die hij naar het leven op het doek bragt. Zijne menschlievendheid was de oorzaak van zijn dood.

Hij snelde een man ter hulp, die vóór een omnibus nederviel, en ontving daarbij eene gevaarlijke wond, welke hem den 26sten November 1861 deed bezwijken. Als schilder bekleedt hij geen hoogen rang in de geschiedenis der kunst, hoewel zijn „Christus vóór Pilatus” en „De Hertog van Brunswijk op het bal te Brussel” zich door een warmen toon en een levendig coloriet onderscheiden. Vooral ook bezat hij als portretschilder groote verdiensten. — Zijne beide zusters Louisa en Wilhelmina hebben zich als dichteressen bekend gemaakt. Beider voortbrengselen zijn door Kletka in 1847 uitgegeven. — Zijne echtgenoote, Fanny, was de zuster van den beroemden componist Mendelssohn-Bartholdy. Zij werd geboren te Hamburg den 14den November 1805, componeerde onderscheidene liederen, en overleed den 4den Mei 1847.

< >