Heidler

betekenis & definitie

Heidler (Karl Joseph), een verdienstelijk Duitsch geneesheer, geboren den 26sten Januarij 1792 te Falkenau in Bohemen, studeerde te Praag in de geneeskunde, en zag zich daarna (1813) benoemd tot badarts te Mariënbad, waar h|j zich zoo verdienstelijk maakte, dat hij achtervolgens tot „Rath”, „Medicinalrath” en „Hofrath” benoemd en eindelijk met den titel „Edler von Heilborn” in den adelstand opgenomen werd. Van zijne talrijke geschriften vermelden wij: „Die Gasbäder in Marienbad (1819)”, — „Marienbad nach eigenen bisherigen Beobachtungen und Ansichten (1827, 2 dln)”, — „Kurze nachricht über Marienbad (1826 en later)”, — „Der neue Mineralmoor in Marienbad (1860)”, — „Krampf und Krämpfe (1838), — „Die Nervenkracht im Sinne der Wissenschaft gegenüber dem Blutleben in der Natur (1848)”, — „Die natürliche und künstliche Körpererschütterung (1853)”, — „Die Schützmittel gegen die Cholera mit Rücksicht auf ein ursprüngliches Luftinfusorium (1854)”, — Die Aufsäugung in mineralischen Bädern (1861)”, — en „Wünsche und Aussichten für Teplitz-schönau als Curort (1865)”. Na 40-jarige dienst legde hij in 1858 zijne betrekking als badarts neder, vestigde zich te Praag, en overleed den 13den Mei 1866.