Heeschheid (raucedo) is een ziekelijke toestand van de stemorganen, waarbij deze hun zuiver, vol en metaalachtig geluid verliezen, en slechts schorre, lispelende of piepende klanken laten hooren.
Deze laatste — de piepende klanken — ontstaan door eene vernaauwing der stemspleet. De oorzaak der hoeschheid ligt gewoonlijk in een ontstoken en dus min gladden toestand der slijmvliezen van het strottenhoofd, en slechts zelden in eene verlamming, verslapping of vernietiging der stembanden. Veelal is heeschheid een gevolg van verkoudheid, waardoor de stemorganen geprikkeld en opgezet zijn, doch ook wel van zweren in de keel; wordt hierdoor het slijmvlies der stembanden vernietigd, dan blijft de heeschheid voortduren. Voorts openbaart zij zich bij croup en diphtheritis, bij aanwezigheid van polypen in de keel en bij hysterie. De geneeskunst zoekt haar te overwinnen door de oorzaken weg te nemen.