Hebron, eene der oudste steden van Palaestina, op hei stamgebied van Juda, 4'/2 geogr. mijl ten zuidzuidwesten van Jerusalem in een vruchtbaar dal gelegen, droeg te voren den naam van Kirjath-Arba en was later eenigen tijd de residentie van koning David. Tegenwoordig telt zij 10000 inwoners, waaronder zich eenige honderden Israëlieten bevinden, die zich door weerspannigheid, oorlogzuchtigheid en haat tegen de Christenen onderscheiden. De bevolking houdt zich bezig met den landbouw en vervaardigt katoenen stoffen, waterzakken, ringen, lampen, koralen enz. De prachtige kerk, door Hélena, de moeder van Constantijn de Groote, aldaar op het graf van Abraham gesticht, is in eene moskee herschapen.
Daarin bevinden zich, volgens de overlevering, de graven van dien aartsvader en van onderscheidene leden van zijn geslacht. Ook de hedendaagsche naam der plaats ElKhalil of Vriend van God is de bijnaam van Abraham, die er bij het bosch Mamre zijn verblijf hield. Aan Christenen is de toegang tot die graven verboden; zij mogen enkel het buitenste gedeelte van het heiligdom bezoeken. Toch werd dit in 1862 opengesteld voor den Kroonprins van Engeland.
