Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hausmann

betekenis & definitie

Hausmann (Johann Friedrich Ludwig), een verdienstelijk Duitsch delfstofkundige, geboren te Hannover den 22sten Februarij 1782, bezocht het gymnasium aldaar, toen het Carolinum te Brunswijk en studeerde vervolgens te Göttingen. In 1803 werd hij auditeur van het mijnwezen te Klausthal en in 1804 secretaris bij het mijndepartement te Brunswijk, waarna hij in 1806 en 1807 eene delfstofkundige reis ondernam door Skandinavië. In 1809 benoemde de regéring van Westfalen hem tot inspecteur-generaal van de mijnen. Weldra echter legde hij deze betrekking neder om zich geheel en al aan de wetenschap te wijden, en werd in 1811 hoogleeraar in de technologie enz. aan de hoogeschool te Göttingen.

Zijn vrijen tijd besteedde hij nu aan een geognostisch onderzoek der Noord-Duitsche bergstreek en bepaalde zich inzonderheid bij den Harz. Voorts bezocht hij Zwitserland, Italië, Frankrijk, de Nederlanden, Engeland en Spanje, en overleed te Göttingen den 25sten December 1859. Van zijne geschriften noemen wij: „Kristallographische Beiträge (1803)”, — „Entwurf zu einen Einleitung in die Oryktognosie (1805)”, — Norddeutsche Beiträge zu Bergund Hüttenkunde (1806—1810)”, — Entwurf einer Systems der unorganisirten Naturkörper (1809)”, — „Handbuch der Mineralogie (1813, 3 dln; 2de druk 1847)”, — Reise durch Skandinavien (1811—1818, 5 dln)”,— „Untersuchungen über die Formen der leblosen Natur (1821)”, — „Umrisse nach der Natur (1831)”, — Ueber den zustand des Hannoverischen Harzes (1832)”, — „Ueber die Bildung des Harzes (1842)”, en onderscheidene belangrijke verhandelingen in tijdschriften en in de werken van het Koninklijk Genootschap van Wetenschappen te Göttingen.

Naar hem genoemd is het hausmanniet, een mangaanoxydoxydule met een zuurstofgehalte van 28%. Het kristalliseert in quadratische octaëders en is bruinachtig zwart, metaalglanzend, met de hardheid van apatiet en een soortelijk gewigt van 4,7. Het smelt niet voor de blaasbuis en levert bij gloeijing geen water en ook geene zuurstof. Men vindt het in enkelvoudige en ook in tweelingkristallen in het porfier bij llefeld in den Harz en bij Ilmenau in het Thüringerwald.

< >