Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hatzfeld

betekenis & definitie

Hatzfeld is de naam van een aanzienlijk geslacht in Opper-Hessen. Het evenzoo genoemde stamslot verrees aan de Edder, en zijne bezitters waren in de 14de eeuw zóó magtig, dat zij in verzet kwamen tegen den landgraaf. Nadat het aanzien dezer familie door het verkrijgen der heerlijkheid Wildenberg aanmerkelijk gestegen was, verdeelde zij zich in het midden der 15de eeuw in 2 takken, den Wildenberg-Wïldenbergschen en de Wildenberg-Hessischen. Eene spruit van dezen laatsten was Melchior von Hatzfeld (geboren 10 October 1693, ♰ 9 Januarij 1658), die zich als Keizerlijk legerhoofd in den Dertigjarigen Oorlog onderscheidde.

Hij verwierf onderscheidene heerlijkheden, en de Keizer, die hem in den stand der rijksgraven opnam, schonk hem nog de heerlijkheid Trachenberg (6 1/2 □ geogr. mijl) in Silezië. Deze werd door Frederik II, koning van Pruissen, in een vorstendom herschapen en de bezitter met de vorstelijke waardigheid bekleed. Bij het uitsterven van dezen hoofdtak verviel alleen het stamgoed Wildenberg aan den anderen tak; Trachenberg en andere bezittingen werden toegewezen aan graaf Schönborn-Wiesentheid, en eerst na langdurige pleitgedingen kwam in 1803 Franz Ludwig von Hatzfeld, eigenaar van Wildenberg-Schönstein (3 □ geogr. mijl), in het bezit der vorstelijke waardigheid. Laatstgenoemde, geboren den 23sten November 1766 en in 1837 als luitenantgeneraal in Pruissische dienst gepensioneerd, is vooral bekend geworden door eene daad van Napoleon. Toen namelijk Berlijn in 1806 door de Fransche troepen ontruimd werd, belastte de gouverneur en minister graaf von SchulenburgKehnert den vorst von Hatzfeld, zijn schoonzoon, met de leiding der zaken onder verpligting van eiken morgen, zoolang de omstandigheden het veroorloofden, rapport te zenden aan den Koning.

Den 24sten October des ochtends te 5 uur, zeven uur voordat de Fransche voorhoede Berlijn bereikte, schreef von Hatzfeld aan von Knesebeck, majoor van den generalen staf, dat hem van het Fransche leger officiëel niets bekend was, behalve een schrijven aan het gemeentebestuur van Potsdam van dezen inhoud: „De Franschen zeggen, dat hun korps 80000 man telt, doch anderen zeggen, dat er geen 50000 man zijn, en dat de paarden der kavallerie zeer vermoeid zijn.” Deze brief kwam in handen van Napoleon, en den 28sten October werd von Hatzfeld in hechtenis genomen. Aanstonds vervoegde zich zijne gemalin bij den Keizer, die met de woorden: „Gij moogt zelve oordeelen; indien deze brief afkomstig is van uw man, zoo moet hij gestraft worden”, haar dat schrijven overhandigde. Toen zij daardoor zigtbaar ontstelde, zeide hij echter: „Behoud den brief, dan heb ik geen bewijs tegen uw gemaal; neem hem mede naar huis, — hij is vrij!” — Daarna werden aan von Hatzfeld onderscheidene staatkundige zendingen opgedragen: onder anderen was hij de overbrenger van een brief van den Koning van Pruissen naar Parijs, waarin deze zich verontschuldigde wegens de capitulatie van York. Later was hij gezant aan het Hof der Nederlanden en sedert 1822 aan het Keizerlijk Hof te AVeenen, alwaar hij den 3den Februarij 1827 overleed. — Zijn zoon Hermann Anthony von Hatzfeld, het hoofd van den stam, geboren den 2den October 1808, overleed op het kasteel Trachenberg den lOden Julij 1874, en werd opgevolgd door zijn zoon Hermann, geboren den 4den Februarij 1848 en officier in Pruissische dienst.

< >