Hamelin (Ferdinand Alphonse), een verdienstelijk Fransch admiraal, geboren te PontL’ Evêque in het Fransche departement Calvados den 2den September 1796, trad reeds in 1805 in dienst bij de marine en vergezelde zijn oom, den admiraal Hamelin, naar de Indische Zee, nam voorts in 1830 op eene roemrijke wijze deel aan de expeditie naar Algiers, en werd in 1842 bevorderd tot schout-bijnacht en tot majoor-generaal der Marine te Toulon.
In 1844 werd hij belast met het bevel over een Fransch eskader in de Zuidzee, kort vóór de Februarij-omwenteling teruggeroepen en na deze benoemd tot vice-admiraal en tot lid der commissie tot hervorming van de Polytechnische school. In 1849 was hij inspecteur-generaal te Toulon en Rochefort, voorts zeeprefect te Toulon en lid van den admiraliteitsraad. In 1853 had hij het bevel over het oefenings-eskader in de Middellandsche Zee, en bij het uitbarsten van den Krimoorlog stevende hij aanstonds naar de Zwarte Zee. Hier bestuurde hij het bombardement van Odessa en bewees belangrijke diensten bij het overbrengen der krjjgsmagt van Varna naar de Krim. Bij het beschieten van Sebastópol had vooral het admiraalschip veel te lijden van het vijandelijk vuur, en hij zelf ontsnapte als door een wonder aan den dood. Den 23sten December 1854 werd hij naar Parijs geroepen, tot admiraal en senator benoemd en in April 1855 met de portefeuille van Marine belast. Hij overleed den 16den Januarij 1864.