Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Haga

betekenis & definitie

Haga (Cornelis), een Nederlandsch staatsman, geboren te Schiedam den 28sten Januarij 1578, studeerde in de regten en vestigde zich als advocaat te ’s Hage. In 1610 werd hij naar het Hof van Zweden gezonden, om te onderhandelen over de teruggave van 2 Nederlandsche schepen, door de Zweden genomen, als verdacht, dat zij naar de door hen belegerde stad Riga waren bestemd.

Gedurende zijn verblijf te Stokholm sloot hij tevens handelsverdragen met de aldaar aanwezige gezanten van het Russische Rijk. Voorts werd hij in 1611 afgevaardigd naar Constantinopel en bewees aldaar als ambassadeur gedurende 28 jaar belangrijke diensten aan den Vaderlandschen handel. De Grieksche Kerk vond in hem een ijverigen beschermer, en zijn invloed was zoo groot, dat hij haar vrijheid van godsdienstoefening bezorgde, welke zij te voren nooit bezeten had. In 1639 keerde hij naar Nederland terug en zag zich in 1045 benoemd tot voorzitter van den Hoogen Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland.

Toen in 1650 prins Willem II zich naar het bij Amsterdam gelegerde krijgsvolk wilde begeven, vervoegde zich Saga, als tolk der beide Hoven van Justitie, bij den Prins, — gaf hem zijn leedwezen te kennen over het gevangen nemen der 6 bekende staatsleden, alsmede over zijn aanstaand vertrek, betuigende, dat daaruit niets anders dan groot onheil voor den Staat en gevaar voor den Prins zouden voortvloeijen. Niet lang bleef Saga in zijne gewigtige betrekking werkzaam, maar overleed den 12den Augustus 1654. Hij stond in hoog aanzien bij de uitstekendste mannen van zijn tijd.

< >