Gropius. Onder dezen naam vermelden wij:
Karl Wilhelm Gropius, een Duitsch schilder. Hij werd geboren te Brunswijk den 4den April 1793 en legde zich toe op het landschapschilderen. Zijne kunstreizen bragten hem te Parijs, waar hij het pas-uitgevonden diorama leerde kennen, waarna hij het besluit nam, om iets dergelijks in Duitschland op te rigten. Toen hij voorts door Italië en Griekenland reisde , hield hij zijn doel steeds in het oog, zoodat hij een aantal tafereelen medebragt, die te Berlijn tot de zamenstelling van zijn diorama konden dienen. Het was zijn oogmerk niet, enkel de nieuwsgierigheid te bevredigen, maar hij zocht tevens iets te leveren, dat aan de eischen der kunst voldeed. Later heeft hij als decoratieschilder aan den Hofschouwburg te Berlijn veel voortreffelijks voortgebragt, terwijl hij ook gewone schilderstukken leverde. De vruchten van zijne reistogten, eene verzameling van landschappen, heeft hij in 1823 in 12 cahiers uitgegeven, en hierop volgde eene verzameling van ornamenten in verschillende bouwstijlen, desgelijks in 12 cahiers (1846). Hij overleed te Berlijn den 20sten Februarij 1870.
Paul Gropius, oudsten zoon van den voorgaande en een uitstekend decoratie-schilder. Hij werd geboren te Berlijn den lsten September 1821 en genoot in het ouderlijk huis eene zorgvuldige opvoeding. In 1841 kwam hij in het atelier van zijn vader, en nadat hij eenige studiereizen gemaakt had door Frankrijk, Italië en Zwitserland, werd hij diens deelgenoot en volgde hem in 1868 als decoratie-schilder bij den Hofschouwburg op. Hij verbouwde zijn huis tot een grootsch atelier, werd professor aan de Académie voor Kunst en heeft reeds uitstekende leerlingen gevormd. — Zijn jongere broeder Martin Karl Philipp Gropius, geboren te Berlijn den llden Augustus 1824, bezocht eerst het gymnasium en zag zich vervolgens aan de Académie voor Bouwkunst geplaatst. Later echter legde hij die betrekking neder, om als architect werkzaam te wezen. Hij volgde de ideale rigting van Schinkel, en naar zijne ontwerpen zijn vele woningen en villa’s in en nabij Berlijn gebouwd, voorts ook het groote krankzinnigengesticht in Neustadt bij Eberswalde, het voorloopige Parlementsgebouw, de decoratie van de via triumphalis bij den feestelijken intogt te Berlijn in 1871 enz. In 1856 werd hij professor aan de nijverheids-académie, en in 1869 directeur eener school ter bevordering der kunst, verbonden met de académie.