Gravesend, eene levendige stad in het Engelsche graafschap Kent, ligt op den zuidelijken oever van de Theems, 4½ geogr. mijl beneden Londen aan den Noord-Kentspoorweg, en heeft in hare oudere wijken naauwe, kromme straten, maar in de voorsteden fraaije gebouwen. Men heeft er een flink stadhuis, een letterkundig genootschap, vele koffijhuizen en hotels en ruim 21000 inwoners, die zich hoofdzakelijk bezig houden met scheepvaart en visscherij. Beneden de stad ligt New Tavern-fort en aan de overzijde der rivier Tilbury-fort. Nog verder naar beneden wordt voorts de rivier door 2 forten, elk met 50 zware stukken geschut, verdedigd, alsmede door 2 drijvende batterijen.
Gravesend wordt beschouwd als het uiteinde van de haven van Londen en is alzoo de verzamelplaats der groote, uitzeilende koopvaardijschepen. Ook worden de baden er druk bezocht. Wijders zijn de omstreken er zeer vruchtbaar, zoodat zij de hoofdstad van uitmuntende groenten voorzien. Nadat Londen door middel van spoorwegen eene versnelde gemeenschap met de kustplaatsen verkregen heeft, is echter de visscherij te Gravesend aanmerkelijk verminderd.
