Granada, weleer een Spaansch koningrijk van 520 □ geogr. mijl met 11/3 millioen inwoners, tot de kroon van Castilië behoorende, is sedert 1833 verdeeld in de provinciën Granada (ruim 232 □ mijl met 1/2 millioen inwoners), Almeria (ruim 155 □ mijl met 1/3 millioen inwoners) en Malaga (bijna 133 □ geogr. mijl met 1/2 millioen inwoners).
Het omvat het grootste gedeelte van Opper-Andalusië en behoorde ten tijde der Romeinen tot de provincie Baetica. Nadat de Arabieren er waren doorgedrongen, werd het eerst bij het koningrijk Cordova gevoegd, maar vormde later een zelfstandig Moorsch gebied. Tijdens zijn bloei telde het 33 districten, 3 millioen inwoners, 97 steden, en bragt 100.000 weerbare mannen onder de wapens. De vruchtbare bodem leverde er een overvloed van voedsel voor de bevolking. Reeds in 1246 moesten de vorsten van Granada schatting betalen aan Castilië. Het weigeren daarvan gaf in het laatst der 15de eeuw aanleiding tot den oorlog, die met de vernietiging van de heerschappij der Mooren in Spanje eindigde.
Granada, de hoofdstad van boven vermelde Spaansche provincie en van geheel Opper-Andalusië, is eene stad van 70.000 inwoners en heeft eene hoogst bekoorlijke ligging aan den voet der Siérra Nevada, ongeveer 700 Ned. el boven de oppervlakte der zee, aan de noordzijde van de Xenil en op de beide oevers van de snelvlietende Darro, in het midden van de vruchtbare Vega de Granada, welke gedurende 2 eeuwen het vermaarde worstelperk was der Moorsche en Christelijke ridders. In den tijd der Moorsche heerschappij had de stad een omvang van 4 uur gaans en 200.000 inwoners, welk aantal verdubbelde, toen vele Mooren, door de Christenen bedreigd, derwaarts de vlugt namen. Er waren toen 50 scholen, 70 boekerijen en vele moskeeën, baden enz. De stad was omringd door een muur met 1030 torens, waarvan thans nog overblijfselen aanwezig zijn. — De tegenwoordige stad ligt op en tusschen 2 heuvels, van welke de eene, tusschen de Xenil en de Darro gelegen, het wereldberoemd Alhambra draagt, het paleis der Moorsche Koningen. De stad is halvemaansgewijs rondom dien heuvel gebouwd, en hare voorsteden strekken zich uit langs de welige boorden van genoemde rivieren. Aan de helling van den tweeden heuvel ligt het Albaycin, het oudste gedeelte der stad met vele holen, door Zigeuners bewoond, — de plaats waar zich, vóór de stichting van het Alhambra, het kasteel (alcazar) der Moorsche vorsten verhief.
Aan den voet van het Albaycin, dat met zijne witte, in het groen verscholene woningen een schilderachtig voorkomen heeft, strekken aan beide zijden van de Darro de deftige huizen der Alcazaba zich uit, weleer bewoond door den Moorschen adel. Hierop volgt westwaarts de eigenlijke stad, van de grootendeels overdekte Darro doorsneden en door de ruime voorsteden Elvira en Antequerela omgeven. Het eigenlijke Granada is een doolhof van naauwe, kromme, slecht geplaveide straten, maar heeft met zijne koepels en torens en vooral met het fiere Alhambra van alle zijden een indrukwekkend voorkomen. Bij de oude gebouwen ontwaart men er nog den Moorschen stijl. De voormalige bazar of de Alcayceria is in dien stijl hersteld. Het fraaiste plein is er de Vivarrambla, thans het Plein der Constitutie, waar de volksfeesten der Mooren en later de auto-da-fé’s der Christenen werden gehouden. — Granada is eene vesting van den eersten rang, de zetel van een kapitein-generaal, van een aarts-bisschop enz.
Men heeft er eene universiteit, behalve de hoofdkerk, 23 andere kerken, 18 nonnen- en 20 voormalige monnikenkloosters, 10 hospitalen, een aartsbisschoppelijk paleis, een schouwburg, een circus voor stierengevechten enz. Handel en nijverheid zijn er van weinig belang. In de prachtige hoofdkerk vindt men de praalgraven van Ferdinand II en Isabella, van Filips en Johanna de Waanzinnige. Men heeft er voorts onderscheidene scholen, eene bibliotheek, een muséum voor kunst en een staathuishoudkundig genootschap. — De Vega de Granada heeft eene aanmerkelijke uitgebreidheid en behalve vele buitenverblijven en landhoeven, 38 bloeijende gehuchten met meer dan 40.000 inwoners. Daarbij bevindt zich Santa-Fé met stedelijke regten en tevens ruim 4000 inwoners.
Granada is ook de naam van een departement van de republiek Nicaragua in Midden-Amerika. Eene der steden van dit departement, aan het noordwestelijk uiteinde van het meer van Nicaragua gelegen en 18.000 inwoners tellende, heet desgelijks Granada.