Goudchaux (Michel), een Fransch dagbladschrijver en staatsman van Israëlietischen stam en geboren te Nancy in 1801, werd in 1821, na den dood zijns vaders, het hoofd van een handelshuis en zag zich in 1826 gekozen tot lid der Vergadering van Gedeputeerden, waar hij tot de oppositie behoorde.
Niet lang na de Julij-revolutie werd hij lid van den Algemeenen Raad van het Departement der Seine, en later betaalmeester voor zaken van oorlog te Straatsburg, welke betrekking hij echter wegens zijne hardnekkige oppositie verloor. Hij behoorde vervolgens tot de redactie van den „National” en behandelde daarin met groote bekwaamheid vraagstukken van financiélen aard.
In Februarij 1848 werd hij als minister van Financiën lid van het Voorloopig Bewind, doch zijn voornemen, om de Beurs weder te openen, was oorzaak, dat hij reeds na 11 dagen zijne portefeuille moest nederleggen. Hij vatte haar echter in datzelfde jaar weder op van den 28sten Junij tot den 25sten October en aanvaardde haar nogmaals in December, toen Lodewijk Napoleon tot voorzitter der Republiek gekozen was. Hij behield haar echter niet langer dan tot in 1851. In 1857 werd hij gekozen tot lid van het Wetgevend Lichaam, doch daar hij weigerde den eed op de Grondwet af te leggen, nam hij geene zitting.
