Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gordeldier

betekenis & definitie

Gordeldier (Dasypus), ook schildvarken, tatou en armadil geheeten, is de naam van een dierengeslacht, hetwelk tot de orde der Tandelooze Zoogdieren (Mammalia edentata) behoort. Bij deze ontbreken al de tanden of althans die van het voorste gedeelte der kaken. Intusschen bezitten de gordeldieren in niet zeer sterke kaken aan weêrszijden 7, 8 of 9 rolronde kiezen, welke aan de achterzijde van glazuur beroofd zijn. Zij onderscheiden zich door harde en schubbige schilden, die kop, schouders, rug en lendenen bedekken.

De bekleeding van het hoofd bestaat uit eenige weinige regelmatige, knobbelige schubben, — die van de schouders en het achterdeel uit regelmatig verdeelde platen, en die van den rug en de zijden uit over elkander beweegbare ringen van vierzijdige platen, waartusschen eenige haren uitsteken. Tusschen die hardere gedeelten van het ligchaamsbekleedsel bevindt zich eene weekere, eenigzins wratachtige huid. De gordeldieren trekken het hoofd achter het schouderschild terug, zoodra zij eenig onraad bespeuren. Hunne ooren zijn groot, hunne oogen klein, hunne ledematen kort, dik, sterk en van graafklaauwen voorzien, namelijk 4 of 5 aan de voorste en steeds 5 aan de achterste.

De grootste soort, Dasypus gigas Cuv. wordt l½ Ned. el lang en heeft ook de meeste tanden, — D. sexcinctus L. bezit in de bovenkaak 2 en in de onderkaak 4 snijtanden, — D. novemcinctus L. is de meest-gewone soort en levert het smakelijkste vleesch, — en D. tricinctus L. heeft een korten staart en kan zich zamenrollen. De gordeldieren leven van dierlijk voedsel, vooral van mieren en termieten, alsmede van vogels en kruipende dieren. Zij komen hierin overeen met de miereneters. Met ongemeene vaardigheid en snelheid graven zij holen in den grond, en kunnen zich met hunne groote klaauwen zoo krachtig aan de voorwerpen vastklemmen, dat het moeijelijk valt, hen te doen loslaten. De paring geschiedt in den winter, en zij werpen 3 tot 9 jongen, die in onderaardsche holen worden gezoogd. Bij de geboorte zijn de schilden nog week, en eerst na verloop van maanden worden zij hard.