Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gibbon

betekenis & definitie

Gibbon (Edward), een uitstekend Engelsch geschiedschrijver, geboren den 27sten April 1737, bezocht de Westminsterschool en begaf zich in 1752 naar Oxford, om aldaar te studéren. Den 8sten Junij 1753 omhelsde hij te Londen het R. Katholieke geloof, waarna zijn vader, daarover diep verontwaardigd, hem naar Pavillard, een Protestantsch leeraar te Lausanne zond, zoodat Gibbon in December 1754 tot de Protestantsche Kerk terugkeerde. Tot in 1748 hield hij zich te Lausanne bezig met de beoefening van talen en geschiedenis en niet zijne toegenegenheid tot de dochter van den predikant Curchod, later de echtgenoote van den beroemden Necker, die ijy ten huwelijk zou hebben genomen, indien zijn vader niet geweigerd had, zijne toestemming te geven. Na zijn terugkeer in Engeland verscheen zijn „Essai sur l’étude de la littérature (1753)”.

Tijdens de volkswapening tegen Frankrijk trad hij in dienst als kapitein, en dit gaf hem aanleiding om zich op de krijgswetenschap toe te leggen. Intusschen ging hij reeds in 1763 over Parijs naar Lausanne en van daar naar Italië. Te Rome vatte hij in 1764 het voornemen op, om de geschiedenis te beschrijven van den ondergang van het Romeinsche rijk. Nadat hij Napels bezocht had, keerde hij in 1765 naar Engeland terug, waar hij zijn ontslag nam uit de krijgsdienst en eene geschiedenis van Zwitserland schreef, die hij echter vernietigde, omdat hi er niet over te vreden was. Daarop ging hij in 1768 over tot de uitvoering van zijn te Rome opgevat voornemen. Na den dood zijns vaders (1770) koos hij Londen tot verblijfplaats en had van 1774 tot 1782 zitting in het Parlement, zonder er het woord te voeren.

Als een aanhanger van het ministérie North zag hij zich begiftigd met de voordeelige betrekking van Lord of trade,die hij echter bij de aftreding van North verloor. In 1783 vestigde hij zich te Lausanne en voltooide hier den 27sten Junij 1787 zijne wereldberoemde „History of the decline and fall of the Roman Empire (1777—1788, 6 dln, en later bij herhaling)”. Dat werk onderscheidt zich zoowel door een onnavolgbaren stijl als door eene grondige geleerdheid, zoowel door eene uitgebreide kennis als door een wijsgeerigen blik. Nadat hij tot het bezorgen der uitgave eenigen tijd te Londen vertoefd had, keerde hij naar Lausanne terug, waar hij rustige dagen doorbragt, totdat de oorlogen der Fransche Omwenteling hem in 1793 weder naar Engeland deden trekken, waar hij den 16den Januarij 1794 overleed. Zijne „Miscellaneous works (1796—1815, 3 dln)” zijn door lord Sheffield in het licht gegeven.

< >