Gallas (Mathias, graaf von), generaal der Keizerlijke troepen in den Dertigjarigen Oorlog, geboren te Maastricht in 1589, nam in 1616 en 1617 deel aan den veldtogt der Spanjaarden in Savoye, werd kommandant van Eiva aan het Garda-meer, trad vervolgens in dienst van den Keizer, en zag zich bij den aanvang van den Dertigjarigen Oorlog tot overste bevorderd. Hij onderscheidde zich vooral in den veldtogt tegen de Denen, en in 1626 in het gevecht bij Steinfurt in Westfalen. Na den vrede van Lübeck voerde hij als generaal-majoor bevel in Italië en veroverde Mantua. Vervolgens tot generaal der kavallerie en tot rijksgraaf benoemd, ontving hij na den slag bij Leipzig het kommando over een gedeelte van het door de Zweden geslagen leger, dekte Bohemen, en streed bij Nürnberg en Lützen tegen Gustaaf Adolf.
Daarna belastte Wallenstein hem met de taak, om met 10000 man Dresden te bedreigen, zoodat hij de verovering bevorderde der steden, die de Zweden aan de Oder in bezit hielden. Voorts Snelde hp den Hertog van Beijeren en de stad Regensburg te hulp, verdedigde Passau en hielp de Boven-Pfalz veroveren. Na den dood van Wallenstein, tot wiens val hij het zijne had bijgedragen, ontving hij de heerlijkheid Friedland en het opperbevel. Nu noodzaakte hij Regensburg, om de poorten voor hem te openen en behaalde bij Nördlingen de zegepraal op Bernhard, hertog van Weimar. In 1635 streed hij aan de Rijn, veroverde Mainz en Frankenthal, ging vervolgens naar Franche-Comté, maar moest ijlings terugtrekken, waarna hij naar Bohemen toog en in 1637 Banner uit zijne vaste stelling in Torgau verdreef. Deze ontsnapte uit Pommeren, en nu rukte Gallas ook derwaarts, bragt er de Zweden aan het wijken, doch moest tegen het einde van 1638 naar Silezië en Bohemen trekken.
Om die reden verloor hij zijn kommando, dat hij echter in 1643 herkreeg. Nu achtervolgde hij Torstenson naar Silezië en Holstein, en maakte zich meester van Kiel, doch zag zich door eene behendige beweging van Torstenson genoodzaakt, naar Magdeburg en, na de nederlaag van het Keizerlijk leger, naar Wittenberg terug te trekken, waarna hij het opperbevel aan Hatzfeld moest afstaan. Intusschen ontving hij in 1645 na den slag bij Japkowitz in last, om een nieuw leger te organiseren bij Praag. Hij overleed den 25sten April 1647 te Weenen. Zijn geslacht is in het midden der 18de eeuw in de mannelijke lijn uitgestorven, waarna de erfgenaam van Friedland, graaf Clam (zie aldaar), den naam van Gallas bij den zijnen heeft gevoegd.