Fumarolen zijn damp- of gasbronnen, namelijk openingen in den harden lavabodem der vuurspuwende bergen, waaruit dampen of gassen oprijzen. Zij geven getuigenis van de voortdurende onderaardsche werkzaamheid der vulcanische krachten. Doorgaans, zooals bij den Vesuvius, den Etna en de Piek van Teneriffe, zijn die dampen niets anders dan waterdamp, zoodat men door eene doelmatige inrigting eene fumarole in de Solfatara bij Puzzuoli dwingt, om eene aluin- en zwavelfabriek aldaar dagelijks van eene groote hoeveelheid water te voorzien.
Somtijds echter bevatten de fumarolen kleine hoeveelheden zwavel, zwavelig zuur, zwavelzuur, zoutzuur, salmiak, keukenzout, ijzer- en koperchloride, koolzuur, stikstof, zuurstof en boorzuur. Hier en daar heeft men fabrieken aangelegd, om sommige van die zelfstandigheden uit de fumarolen te winnen.