Führich (Joseph von), een verdienstelijk historieschilder, geboren te Kratzau in Bohemen den 9den Februarij 1800, ontving zijne opleiding als kunstenaar te Praag en vertrok vervolgens, ondersteund door graaf Clam-Gallas en prins Metternich, naar Rome, waar hij met een aantal Duitsche schilders de Romantische school stichtte en met sommige van hen deel nam aan de versiering der VillaMassimi, waar hij tafereelen uit het leven van Tasso penseelde. in 1830 keerde hij terug naar Praag, doch ging in 1834 naar Weenen, waar hij eerst als custos van het muséum van schilderijen en later als professor aan de Académie van beeldende kunsten geplaatst werd. Van zijne merkwaardigste doeken vermelden wij: „Tafereelen uit de geschiedenis van Bohemen”, — ,.De geschiedenis der heilige Genoveva”, — „De zegepraal van Christus’’; — voorts vervaardigde hij 14 fresco-schilderijen in de St. Johannes kerk te Weenen, — en eindelijk zijne prachtige versiering der kerk in de voorstad Lerchenfeld aldaar; het geheel is een tafereel van de geschiedenis der Openbaring, terwijl het voorportaal aan de scheppingsgeschiedenis, de beide zijschepen aan het Oude Testament, en het hoofd- en dwarsschip met den koepel enz. aan den persoon, het leven en de daden van Christus gewijd zijn.
Na het voltooijen van dezen arbeid (1861) werd hij door den Keizer tot ridder benoemd. Later schilderde hij in het Benedictijner klooster te Raigern in Moravië twee groote altaarstukken, den dood van den heiligen Benedicius, benevens de legende der heilige Scholástica voorstellend. inzonderheid heeft hij zich beroemd gemaakt door een missale met miniaturen, in 1868 na 10-jarigen arbeid voltooid, en door den Keizer van Oostenrijk aan den Paus ten geschenke gegeven. in 1870 bragt hij een achttal teekeningen, de geschiedenis van den „Verloren Zoon” behelzende, op de tentoonstelling, alsmede de voortreffelijke stukken „De Sage” en „De profecij”. Al die kunstgewrochten zijn op meesterlijke wijze met potlood vervaardigd.