Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fontein

betekenis & definitie

Mén heeft natuurlijke en kunstmatige fonteinen. Wanneer het water op een berg in den bodem zinkt, langs eene voor water ondoordringbare laag afdaalt naar zijn voet, en hier eene naar boven gekeerde opening vindt, dan rijst hieruit, ten gevolge der drukking van de waterkolom, een waterstraal omhoog. Hieraan geeft men den naam van fontein. Eene kunstmatige fontein verkrijgt men door uit een hooger geplaatsten vergaderbak pijpen of buizen naar deze of gene plek te leiden en ze hier eene opwaartsche rigting te geven.

Vult men dien bak met water en laat men dit door die pijpen of buizen naar gemelde plek stroomen, dan zal zich ook hier een opgespoten waterstraal vertoonen. Op sommige Geldersche buitenplaatsen heeft men de beekjes op de heuvels zóó geleid, dat zij in het dal fonteinen vormen. Beroemd zijn voorts de gedeeltelijk natuurlijke, gedeeltelijk kunstmatige waterwerken van het kasteel van Versailles in Frankrijk, van het slot Wilhelmshöhe bij Cassel, van de Villa-Pallavicini bij Genua, enz.

Merkwaardig is op natuurkundig gebied de fontein vm Héron, in bijgaande figuur voorgesteld.) Deze berust op de drukking van zaamgeperste lucht. Het water, dat door de langste der 3 buizen uit den bak A. den bak N bereikt, dwingt er een gedeelte der lucht, om door CD naar den bol P te ontwijken. Hierdoor wordt de luchtdrukking in P zoo groot, dat het water door de buis E F met een straal te voorschijn komt. — Iets anders is de intermitterende fontein (fig. 2). Het water vloeit door de pijpen AP uit den bak CD, zoolang de aan beide einden opene buis p P' zijne gemeenschap bewaart met de buitenlucht. Is deze echter door het stijgen van het water in den bak MN verbroken, dan duurt het uitvloeien slechts zóó lang totdat het verschil van de drukking der buitenlucht en de lucht in p evenwigt houdt met de kolom water boven B. Intusschen is in den bodem van den bak MN eene dunne buis aangebragt, waaruit het water kan wegloopen, schoon in veel mindere hoeveelheid, dan de buizen A ea P opleveren. De afvoer langs die buis gaat voort, terwijl A en P niet werken, zoodat weldra het ondereinde der buis p P weder in gemeenschap is met de buitenlucht, waarna A en P weder beginnen te vloeijen.

< >