Flaxman (John), een beroemd Engelsch beeldhouwer, geboren te York den 6den Julij 1755, bezocht op 15-jarigen leeftijd de Koninklijke Académie, maar werkte niet in het atelier van dezen of genen meester. In 1782 trad hij in het huwelijk met Anna Denman, die weldra een weldadigen invloed oefende op zijne werkzaamheden.
Met haar begaf hij zich in 1787 naar Rome, waar hij eerlang de opmerkzaamheid der kunstvrienden boeide. In 1794 keerde hij naar Londen terug, verwierf er grooten roem, en werd er in 1810 lid der Koninklijke Académie en hoogleeraar in de beeldhouwkunst aan die inrigting. Nadat hij in 1820 zijne echtgenoote door den dood verloren had, zeide hij het gewoel der wereld vaarwel, en overleed den 7den December 1826. Beroemd zijn zijne schetsen bij de „Odyssee” en bij de „Ilias” van Homerus, — voorts zijne teekeningen bij de werken van Dante, en zijne platen bij de treurspelen van Aeschylus. Men ontwaart in de meeste kunstgewrochten van zijne hand eene ongemeene verhevenheid en een zuiveren, edelen stijl.
Hij was een der eersten, die op het voetspoor van Winckelmann doordrongen in den geest der classieke kunst. Fraai is vooral zijn bas-relièf ter gedachtenis van den dichter Collins in de kerk te Chichester, — voorts de aartsengel Michaël, Satan overwinnende, — het Schild van Achilles, — Psyché, — Apollo als herder, — een aantal borstbeelden, — en het gedenkteeken van lord Mansfield en dat van de familie Baring te Micheldean in Hampshire. Als eene merkwaardigheid wordt gemeld, dat Flaxman uit de overeenkomst van den schedel van Bonaparte met dien van keizer Augustus de rol voorspelde, die eerstgenoemde als overheerscher vervullen zou.