Fahne (Anton), een Duitsch schrijver, geboren te Münster den 28sten Februarij 1805, bezocht het gymnasium aldaar, legde zich vervolgens toe op de handelswetenschappen, toen op de geneeskunde en de wijsbegeerte, en eindelijk op de regtsgeleerdheid. Nadat hij zich hiermede te Bonn had bezig gehouden, begaf hij zich naar Berlijn en schreef er zijn „System der Philosophie”, alsmede een Latijnsch compendium der regtsgeleerde wetenschap. Weldra werd hij in regterlijke betrekking te Coblenz geplaatst en tevens medearbeider aan verschillende tijdschriften. Later woonde hij achtereenvolgens te Düsseldorf, Velbert en Bensberg, en verschafte zich een onbepaald verlof, om tijd te hebben voor de uitvoering van zijne letterkundige plannen.
Met groote opofferingen verzamelde hij de bronnen voor eene geschiedenis van de aanzienlijkste geslachten te Keulen en voor eene topographische beschrijving dier stad, terwijl hij voorts op reis ging naar Frankrijk, het zuiden van Duitschland, Zwitserland, Nederland en België, om zijne verzameling zoo volledig mogelijk te maken. Na zijn terugkeer betrok hij het kasteel Roland en schreef er verschillende werken, zoodat hij zich benoemd zag tot lid van onderscheidene geleerde genootschappen. Van zijne talrijke geschriften noemen wij: „Bilder aus Frankreich (1831)”, — „Das Fenster-und Lichtrecht nach römischem, gemeindeutschem, preuszischem und französischem Rechte,” — „Die Düsseldorfer Malerschule in den Jahren 1834,1835 und 1836,” — „Diplomatische Beiträge zur Geschichte des kölner Doms,” — en „Geschichte der kölnischen, jülichschen und bergischen Geschlechter in Stammtafeln, Wappen, Siegeln und Urkunden.”
