Exorcismus, letterlijk uitzwering, beteekent in de Oud-christelijke Kerk eene bezwering, die ten doel had, den boozen geest uit de menschen te bannen. Zulk eene bezwering was in den aanvang onzer tijdrekening bij de Israëlieten en Heidenen in gebruik, en gelijk wij vermeld vinden, dat Christus zelf den boozen geest uit bezetenen verwijderd heeft, zoo was het aanvankelijk bij de Christenen de gewoonte, om onder aanroeping van den naam des Heilands de bezetenen op dergelijke wijze te genezen.
Het ambt van exorcist of duivelbanner was daarom eene in de Kerk erkende bediening. Zelfs in den nieuweren tijd heeft men groote waarde gehecht aan het exorcismus, en in de 17de eeuw ontstonden er tusschen de R. Katholieke en Luthersche geestelijken vaak hevige twisten over de vraag, wie van hen het meest ervaren waren in de duivelbannerij. Nog altijd is het exorcismus eene belangrijke aangelegenheid bij het bedienen van den doop. Sedert de 5de eeuw werd tegelijk met de leer der erfzonde het gevoelen algemeen, dat de mensch bij zijne geboorte in de magt des Duivels is, zoodat het exorcismus algemeen in toepassing gebragt werd bij den doop der kinderen van Christenen. Het staat in naauw verband met de abrenunciatio of verloochening des Duivels, waartoe de doopeling of de doopheffers zich moesten verbinden.
Evenals de R. Katholieke Kerk, zoo handhaafde ook Luther (in den Kleinen Catechismus) het exoreismus met de abrenunciatio, welke bij de Calvinisten werden afgeschaft. Eene dergelijke afschaffing in de Lutersche Kerk was in het oog der gestrenge volgelingen van Luther een gevaarlijk cryptocalvinismus (een geheim aanhangen der leer van Calvijn), zoodat zij, bijvoorbeeld in Saksen, eene hevige opschudding verwekte. Niettemin hebben onderscheidene Luthersche godgeleerden, zooals Heszhusius, Chemnitz, Gerhard, Quenstedt en Hollaz het exorcismus onnoodig verklaard, zoodat het in den loop der 18de eeuw uit de mode kwam. Intusschen hebben in den laatsten tijd vele regtzinnige Luthersche leeraren het exorcismus weder aanbevolen, en het Luthersche Kerkbestuur heeft tot nu toe de abrenunciatio behouden. In de R. Katholieke Kerk is het exorcismus nog steeds in gebruik.