Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Epacrideën

betekenis & definitie

Epacrideën is de naam van eene plantenfamilie, welke veel overeenkomst heeft met de Ericaceën, maar zich vooral door den vorm der helmknoppen van deze onderscheidt, hoewel Link ze als eene groep der Ericaceën heeft aangemerkt.

Hare kenmerken zijn de volgende: De kelk is vrij, 5-deelig, overblijvend en dikwijls gekleurd, — de bloemkroon onderstandig, 5-spletig of 5-bladig, en zelden tot een gesloten kap (cystanthe) zamengegroeid. De 5 meeldraden zijn onder het vruchtbeginsel of aan de bloemkroon vastgehecht en wisselen af met de insnijdingen van deze. Zij dragen eenhokkige, overlangs openspringende, ongespoorde helmknoppen, en de stuifmeelkorrels zijn bolrond, vrij of bij 3-tallen zamengevoegd.

Onder het vruchtbeginsel bevindt zich eene klierachtige schijf, vaak met 5 schubbetjes bezet, en de enkelvoudige stamper is voorzien met een onverdeelden, somtijds getanden stempel. De vrucht is eene zaaddoos, eene steenvrucht of eene bes; zij is 2-10- en zelden één-hokkig.

De Epacrideën zijn heesters of boomen met afwisselende, zelden tegenoverstaande, lederachtige, enkelvoudige, meestal gaafrandige, gesteelde of ongesteelde of half-stengelomvattende bladeren en tot aren of trossen vereenigde, zelden alleen in de bladoksels geplaatste, met steunblaadjes voorziene, regelmatige, meestal 2-slachtige, witte, roode of blaauwe bloemen, die zich door ongemeene sierlijkheid onderscheiden.

Men vindt deze gewassen uitsluitend in Nieuw-Holland en op de Zuidzee-eilanden, waar zij de plaats der heidegewassen bekleeden. Deze familie telt omstreeks 30 geslachten. Van het nut der Epacrideën is niets anders bekend, dan dat de bessen van Lissanthe sapida Brown tot de weinige eetbare vruchten van Nieuw-Holland behooren.

< >