Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Endlicher

betekenis & definitie

Endlicher (Stephan Ladislaus), een uitstekend kruidkundige, geboren te Presburg den 24sten Junij 1804, studeerde te Pesth en te Weenen, en bezocht daarna in laatstgenoemde stad het bisschoppelijk seminarium, om zich aan den geestelijken stand te wijden.

Reeds had hij de lagere wijding ontvangen, toen familie-omstandigheden hem van zijn plan deden afzien. Op nieuw legde hij zich met ijver toe op de natuurkunde, vooral op de botanie, en op de Oostersche talen, zoodat hij in 1828 belast werd met het opmaken van den catálogus van handschriften aan de Keizerlijke bibliotheek. In 1836 werd hij custos van het kabinet van natuurlijke historie, en in 1840 hoogleeraar in de kruidkunde aan de hoogeschool te Weenen. Met Hammer-Purgstall en Ettinghausen bevorderde hij de stichting der Académie van Wetenschappen (1846). IJverig nam hij voorts deel aan de beweging van het jaar 1848, en overleed door eigen toedoen den 28sten Maart 1849.

Hij heeft een aantal hoogst belangrijke geschriften nagelaten. Van deze noemen wij „Genera plantarum (1831-1841, 18 afleveringen)”, dat een nieuw plantenstelsel bevat, — „Grundzüge einer neuen Theorie der Pflanzenerzeugung (1838)”, — „Enchiridium botanicum (1841)”, — „Die Medicinal-pflanzen der Oesterreichischen Pharmakopöe (1842)”, — „Catalogus horti academici Vindobonensis (1842, 2 dln)”, — „Grundzüge der Botanik (1843, met Unger)", — en „Synopsis Coniferarum (1847)”. Voorts schreef hij „Anfangsgründe der chinesischen Grammatik (1845)”, — „Analecta grammatica (1836)”, enz.

< >