Eichsfeld is het noordwestelijk gedeelte der Thüringer terrassen, het oord van den bovenloop der Unstrut en der Leine. Het verheft zich binnen eene lijn, getrokken over Wanfried aan de Werra, Mühlhausen, Sondershausen, Duderstadt, Heiligenstadt, en Witzenhausen als eene eenvormige hoogvlakte, omstreeks 400 Ned. el boven den zeespiegel met toppen die nog 100 Ned. el hooger zijn, zooals de Struth, de Rain bij Effeldra, en de Ohmbergen. Tusschen deze laatste 2 (de beide Ohmbergen) ligt de Eichsfelder Poort.
Ten zuiden beslaat Opper-Eichsfeld ⅓ de der oppervlakte en is eene schelpkalkplaat met de hoofdplaats Heiligenstadt. Beneden-Eichsfeld is vlakker en warmer, van wonden, weiden en akkers voorzien, en door eene nijvere bevolking bewoond.
Het vorstendom Eichsfeld telde in 1791 op 20 □ geogr. mijlen 74000 inwoners, over 3 steden, even zooveel vlekken en 150 dorpen verdeeld. Bij den Vrede van Luneville (1802) werd het aan Pruissen toegevoegd, in 1807 bij het koningrijk Westfalen ingelijfd, in 1813 door Pruissen veroverd, en in 1815 gedeeltelijk aan Hannover afgestaan, zoodat het thans weder geheel aan Pruissen behoort.
