Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Draco

betekenis & definitie

Draco, een beroemd Atheensch wetgever, behoorde tot de Eupatriden, werd omstreeks het jaar 624 vóór Chr. tot archon benoemd, en bragt in die betrekking eene wetgeving tot stand, die zich door zoo groote gestrengheid onderscheidde, dat men ze „met bloed geschreven” noemde. Suidas verhaalt, dat hij zich vervolgens naar Aegina begaf en daar in den schouwburg den dood der verstikking onderging onder de talrijke kleederen, die er hem onder luid gejuich als bewijzen van hulde werden toegeworpen. Zijne instellingen werden echter reeds na verloop van 30 jaar door Solon opgeheven of verzacht.

De wetten van Draco dragen niet den naam van νόμοι (meeningen), maar van δεσμοί (stellingen), waaruit men opmaakt, dat zij niet door het volk bekrachtigd, maar door hem als het hoofd van eene invloedrijke partij ingevoerd zijn. Zijne voorschriften waren zeer gestreng met betrekking tot het huwelijksleven en de opvoeding der kinderen. Ledigheid, als de bron van alle kwaad, werd met den dood gestraft, en voor de onschendbaarheid der heiligdommen was gezorgd. Het meest bekend zijn Draco's bepalingen omtrent de veiligheid van het leven der burgers, omdat Solon die bleef handhaven. Bij een aanslag op het leven of bij een moord werd de moordenaar prijs gegeven aan de wraak der bloedverwanten tot in den 3den graad, en bij afwezigheid van deze aan hen, die door bepaalde banden met den vermoorde verknocht waren. De aanklagt werd gedaan bij den tweeden archon, die ze aan eene regtbank van 51 epheten voorlegde.

Was het vonnis ongunstig, dan werd de doodstraf aan den moordenaar voltrokken en zijn vermogen verbeurd verklaard. Alleen dit laatste geschiedde, zoo er slechts poging tot moord bestond. Levenlooze voorwerpen, die den dood van een burger hadden berokkend, werden over de grenzen gebragt. Bij onwillekeurigen moord moest de moordenaar althans een jaar het vaderland verlaten; hij mogt geene heilige plaatsen betreden, en dan eerst terugkeeren, wanneer hij de vergiffenis der bloedverwanten verworven had. Werd een overspeler, een balling of een roover op heeter daad betrapt en vermoord of iemand in een wedstrijd gedood, dan vereischte de moord geen straf. Diefstal werd met geldboete, met gedwongen arbeid of ook met den dood gestraft.