Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Douwes

betekenis & definitie

Douwes (Cornelis), een verdienstelijk Nederlandsch wis-en sterrekundige, was in het midden der voorgaande eeuw examinator van ’s lands zeeofficieren en stuurlieden, en stond aan het hoofd der zeevaartschool te Amsterdam, die er in 1747 is opgerigt.

Hij was zeer in aanzien bij den vice-admiraal Schrijver, in wiens „Verbaal” eene memorie van Douwes gevonden wordt, getiteld „Aanmerkingen over diverse verbeteringen, aan de dagelijksche practijk der zeevaart toe te brengen”. Hij is de uitvinder der „Streektafelen”, waardoor hij aan de zeevaart eene onberekenbare dienst bewees,en schreef „Zeemanstafelen en voorbeelden tot het vinden der breedte buiten den middag (1789, 1802, op nieuw uitgegeven door Jacob Swart in 1827)”. Dit werk, geplaatst in het eerste deel van de werken der Hollandsche Maatschappij, is geruimen tijd bij de Nederlandsche marine en koopvaart gebezigd en werd zoo beroemd, dat het in verschillende talen is overgezet. Thans zijn die tafelen door andere vervangen, maar de hierin voorkomende berekeningen berusten nog altijd op die van Douwes. Hij gaf voorts eene „Beschrijving van het Octant (1749)”, benevens een „Houtkoopers-, timmermans- en kuypers-handboekje (1759)”. Hij overleed in 1773.

Zijn zoon Bernardus Douwes, mathematicus van ’t Amsterdamsch Collégie, vervaardigde in 1780, op last van den Stadhouder, 2 kaarten van het Nieuwe Diep, en schreef eene „Memorie ter volkomene aanwijzing van de watermolens met hellende schepraderen enz. (1808)”.

< >