Deficit beteekent een te kort. In ’t bijzonder gebruikt men dit woord, om het bedrag aan te duiden, waarmede bij eene raming of begrooting de som der uitgaven die der ontvangsten of der middelen overtreft. Zoo ook wanneer bij het afleggen eener rekening de uitgaven meer bedragen, dan de ontvangsten, zegt men, dat zij een deficit oplevert (zie onder Staatsschuld).
Een deficit in de kas bestaat, wanneer het saldo-debet van de kasrekening grooter is, dan de werkelijk voorhanden som aan contanten. Ook noemt men aldus het meerdere passief dan actief, waarmee de balans van een koopman sluit.