Onder dezen naam vermelden wij:
Erasmus Darwin, een verdienstelijk Engelsch geneesheer, natuurkenner en dichter. Hij werd geboren te Elton in Nottingham den 12den December 1731, studeerde te Cambridge en te Edinburg, en vestigde zich te Lichfield, waar hij eene groote practijk verkreeg en het middelpunt werd van een letterkundigen kring.
Als dichter schreef hij in 1781 den „Botanical Garden”, waarop hij in 1789 een tweede deel onder den titel „Loves of the plants” en in 1792 nog een derde liet volgen (4de uitgave 1799). Hij zocht daarin de dichtkunst met de wetenschap te verbinden, en hij onderscheidde zich daarbij zoowel door eene rijke verbeelding als door de kunst om welluidende verzen te schrijven, waaraan evenwel de echte dichterlijke gloed ontbreekt. Voorts gaf hij zijne „Zoonomia or the laws of organic life (1794, 5 dln)” in het licht, benevens eene „Physiologia or the philosophy of agriculture and gardening (1800)”, terwijl eindelijk het lierdicht „The temple of Nature or the origin of Society (1803)” na zijn dood is verschenen. Hij overleed te Derby den 10den April 1802, en zijn naam is in dien van het plantengeslacht Darwinia gehuldigd.
Charles Robert Darwin, een kleinzoon van den voorgaande. Deze beroemde natuurkenner, de stichter van het Darwinismus (zie aldaar), werd geboren te Shrewsbury den 12den Februarij 1809. Hij ontving het eerste onderwijs in de grammarschool van zijne geboorteplaats, studeerde te Edinburg en te Cambridge en sloot als natuurkundige zich aan bij de expeditie van kapitein Fitzroy. Den 27sten December 1831 ging hij te Devonport aan boord, bezocht Brazilië, de Straat van Magelhaens, de westkust van Zuid-Amerika en de eilanden der Stille Zee, en keerde in 1836 in Engeland terug. De uitkomsten van dien togt veerden openbaar gemaakt in het werk: „Zoology of the voyage of H. M. Ship Beagle(1840—1843, 5 dln)", onder medewerking van Owen en andere geleerden uitgegeven, alsmede in het door Darwin alleen opgestelde geschrift „Journal of researches into the natural history and geology of the countries etc. (1854, 2de uitgave)” en door andere werken, vooral van geologischen inhoud, die hij op zijne villa in Kent voltooide.
Voorts' schreef hij: „Monograph of pedunculated and sessile Cirripedia (1851— 1853, 2 dln)”, een boek, dat op kosten der Ray-Society gedrukt en door eene verhandeling „On fossil Cirripedia” achtervolgd werd. Reeds bij zijne eerste nasporingen in ZuidAmerika had Darwin het gebrekkige ingezien van de bestaande rangschikking der dieren, en zijn zoeken naar vaste kenmerken der soorten en geslachten leverde hem de bouwstoffen voor het opzienbarend werk „On the origin of species by means of natural selection (1859, in 1860 in het Nederlandsch vertaald door Dr. T. C. Winkler)'', waarin hij beweert, dat alle planten en dieren vau slechts weinige oorspronkelijke soorten afstammen. Andere natuurkenners kwamen met kracht in verzet tegen dat denkbeeld. Later schreef Darwin „On the various contrivances by wich British and foreign orchids are fertilized etc. (1862), alsmede „Variation of animals, and plants under domestication (1868, 2 dln)” — en „The descent of man and selection in relation to sex (1871)”.
