Daguerre (Louis Jacques Mandé), een Fransch schilder en de uitvinder der Daguerréotypie (zie onder dit woord), werd geboren in 1789 te Cormeilles in het Fransche departement Seine-Oise. Eerst was hij ambtenaar bij de belastingen, maar weldra legde hij zich toe op de schilderkunst en oefende zich onder de leiding van Degoti vooral in het decoratie-schilderen. Spoedig overtrof hij niet alleen zijn leermeester, maar ook al zijne voorgangers door zijne ongemeene vaardigheid in het aanbrengen van licht-effecten, zoodat hij met grooten lof een aantal opera’s van decoratie’s voorzag. Voorts leverde hij eene reeks van vèrgezigten en panorama’s, die met grooten bijval werden ontvangen.
Als uitvinder van het diorama (zie onder dit woord) maakte hij zich ook in het buitenland bekend, terwijl hij zich bij voortduring bezig hield met natuurkundige onderzoekingen omtrent het licht en de werking van het licht. Onder anderen deed hij pogingen, om de beelden der camera obscura (zie aldaar) vast te houden, waarin hij echter aanvankelijk niet slaagde. In 1826 kwam hij echter in betrekkking met Joseph Nicephore Nièpce (geboren te Chalons-sur-Saône den 7den Maart 1765 en overleden te Gras bij Chalons den 3den Julij 1833), een voormalig cavalerie-officier en tevens een vermogend man, die zich sedert 1814 met dergelijke onderzoekingen bezig hield. Bij acte van 14 December 1829 vereenigden zij zich tot de toepassing en verbetering der door hen uitgevondene handelwijze. Dat werk werd na den dood van Nièpce met ijver door Daguerre voortgezet, en in 1839 werden proeven van daguerréotypen door Arago voorgelegd aan de Académie te Parijs, waarna Daguerre een jaargeld van 6000 en de erfgenamen van Nièpce een van 4000 francs ontvingen onder voorwaarde, dat het geheim hunner kunst zou worden publiek gemaakt. Daguerre deed dit zelf in zijn geschrift „Histoire et description des procédés du daguerréotype et du diorama (1839)”, waaraan hij later zijn „Nouveau moyen de préparer la couche sensible des plaques destinées a recevoir les images photographiques (1844)” ontleende. Hij overleed den 12den Julij 1851.