Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Cyaanchloriden

betekenis & definitie

Cyaanchloriden (De) of verbindingen van chloor met cyaan vormen een fraai voorbeeld van polymerie, dat wil zeggen, zij bezitten zeer verschillende eigenschappen — de eene is vast, de andere vloeibaar en de derde gasvormig —, doch zijn procentsgewijs op dezelfde wijze zamengesteld, terwijl het soortelijk gewigt van den damp van de eerste 3-maal, dat van het tweede 2-maal zoo groot is als dat van het derde. Gasvormig chloorcyaan verkrijgt men door de werking van chloor in het donker op vochtig kwikcyanide; het is kleurloos, riekt prikkelend, werkt hevig op de opperhuid en is zeer vergiftig. Bij eene drukking van 4 atmosphéren verdigt men het tot eene vloeistof, die bij —18° krystalliseert. Door alkaliën wordt het chloorcyaan ontleed, en er ontstaat cyaanzuur, en met ammonia vormt het salmiak en cyanamide, die bij 150° C. plotselijk in melamine of cyanuurramide verandert. — Vloeibaar chloorcyaan ontstaat, wanneer men chloor in waterig blaauwzuur leidt en de gedestilleerde chloorcyaanwaterstof met kwikzilveroxyde behandelt.

Zij is eene kleurlooze vloeistof, die bij 160° C. kookt en bij — 7° C. kristalliseert, terwijl zij door alkaliën ontleed wordt. — Vast chloorcyaan ontstaat bij de werking van chloor op watervrij blaauwzuur onder den invloed van het licht. Het kristalliseert in schitterende prisma’s, heeft een prikkelenden smaak en riekt naar de uitwerpselen van muizen. In vochtige lucht verliest het chloorwaterstof, en bij trekking met water geeft het cyanuurzuur en chloorwaterstof. Broomcyaan en iodcyaan zijn kristallijne stoffen, die door middel van kwikcyanide verkregen worden. Het iodcyaan komt vaak genoeg voor in het iodium, hetwelk de handel oplevert, en men kan het daaruit verwijderen door sublimatie.

< >