Crelle (August Leopold), een uitstekend wiskundige, werd geboren den llden Maart 1780 te Eichwerder bij Wriezen. Zonder eene school te bezoeken oefende hfl zich met goed gevolg in de wiskunde, de bouwkunst en de staatswetenschappen, zoodat hij wegens zijne groote talenten weldra tot „Oberbaurath” en lid der „Oberbaudirection” in Pruissen bevorderd werd. Hij had het toezigt op den aanleg van wegen en spoorwegen, en zag zich in 1828 gekozen tot lid der Académie van Wetenschappen.
Tevens zette hij zijne wiskundige studie met ijver voort, nam in 1849 wegens zijne wankelende gezondheid zijn ontslag uit de staatsdienst, en overleed den 6den Oetober 1855. Hij schreef onder anderen: „Versuch über die Rechnung mit veränderlichen Groszen (1811)”, — „Sammlung mathematischer Aufsätze und Bemerkungen (1820—1822, 2 dln)”, — „Versuch einer allgemeinen Theorie der analytischen Facultäten (1823)”, — „Lehrbuch der Arithmetik und Algebra (1825)”, — en een aantal opstellen in tijdschriften, vooral in het naar hem genoemde „Journal für reine und angewandte Mathemathik (1826 enz.)”.