Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Cras

betekenis & definitie

Cras (Hendrik Constantijn), een Nederlandsch regtsgeleerde, werd geboren te Leiden den 4den Januarij 1739, studeerde aldaar in de regten en zag zich in 1771 benoemd tot hoogleeraar in het Romeinsch en hedendaagsch regt aan het Athenaeum te Amsterdam. Vier jaar later werd hij daarenboven aangesteld tot hoogleeraar in het staatsregt, en in 1790 vereerd met den titel van hoogleeraar in het natuur- en volkenregt. Wegens de staatkundige woelingen in ons Vaderland werd hij in 1798 op eene onwaardige wijze afgezet, doch niet lang daarna in zijne betrekking hersteld en zelfs tot lid der Commissie van Twaalf benoemd, belast met het ontwerpen van eene nieuwe wetgeving voor de Bataafsche Republiek.

Cras hervatte zijne vroegere werkzaamheden en zette die voort tot aan zijn dood, die op den 5den April 1820 voorviel. Hij was ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, alsmede lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut en van vele binnen- en buitenlandsche geleerde genootschappen. Van zijne geschriften noemen wij: „Disputatio, qua demonstratur, nullum in ethica christiana praeceptum esse, quo et singuli cives in commodis suis sequendis, et principes in republica secundum politices regulas administranda, impediantur (1782)”, — „Disputatio de hominum aequalitate ac juribus officiisque, quae inde oriuntur (1792)”, — „Disputatio de principiis doctrinae morum (1794) ”, — en „Laudatio Hugonis Grotii (1796)”, welke alle vier met goud zijn bekroond, — voorts: „Onderzoek van het project tot herstel van het financiewezen der Republiek (1795) ”, — „Drie verhandelingen over het zedelijk gevoel (1807 enz.)”, alsmede een groot aantal bijdragen in verschillende tijdschriften.

< >