Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Correggio

betekenis & definitie

Correggio (Antonio da), een der grootste Italiaansche schilders, geboren in 1494, heette eigenlijk Allegri, maar gaf zich den naam van zijne geboortestad, op het grondgebied van Modena gelegen. Het schijnt, dat hij onderwijs genoten heeft van Mantegna en Ferrari, en men beschouwt Molozzo da Forli als zijn voorlooper. Men verhaalt, dat Correggio bij het bewonderen van een stuk van Rafaël uitriep: „Anch’ io son pittore! (Ook ik ben schilder!)”, en wat hij toen verkondigde, heeft hij door zijn penseel bewezen. Hij schilderde met wegslepende bevalligheid, en zijne prachtige tafereelen van aardsch geluk verwekten algemeene geestdrift.

Vooral is hij een meester in het aanbrengen van verkortingen (raccourci), en in het schilderen van halfschaduwen, die zijne figuren op eene hoogst bekoorlijke wijze doen uitkomen. Uit den tijd zijner jeugd heeft men eene Madonna, bestemd voor de kerk van den heiligen Franciscus te Carpi, doch thans in het Muséum te Dresden. Tot zijne eerste fresco-schilderijen behooren de tafereelen uit de fabelleer in het klooster St. Paolo en in de kerk van den heiligen Johannes te Parma, — voorts de „Hemelvaart van Maria” in de hoofdkerk aldaar. Tot zijne beroemde stukken rekent men voorts: „La Zingara (De Zigeunervrouw)” te Napels, — de „Afneming van het kruis” — en de Madonna della Scodella” te Parma, — en vooral de „Geboorte van Jezus”, bekend onder den naam van „La notte di Correggio (De nacht van Correggio)” in het Muséum te Dresden. Eene „Boetvaardige Magdalena” voltooide hij kort voor zijn dood. Hijj overleed in 1534 ten gevolge van het drinken van koud water, nadat hij zich verhit had door het dragen van een zak met kopergeld, om voedsel te verschaffen aan zijn behoeftig huisgezin. Algemeen bewonderd worden ook zijne 2 schilderstukken „Io’’en „Leda”, die het Muséum te Berlijn versieren, zijn „St. Anthony” in het Muséum te Dresden, — zijn „Ecce Homo” — en „Mercurius, Cupido het lezen loerende in tegenwoordigheid van Venus”, — zijn „Christus, biddende op den Olyfberg”, — en „Het Heilig Huisgezin”, alle in het Britsch Muséum, en vooral zijn „St. Jeronimo” in de verzameling der Accademia di Bell’ Arti, — benevens „De Hemelvaart” in de kerk van San Giovanni.

< >