Correa de Serra (Josef Frans), een Portugeesch geleerde en staatsman, geboren in 1750 te Serpa, studeerde te Rome, trad in den geestelijken stand en legde zich toe op de kennis der oudheid, der oude talen en der plantenkunde. In 1777 begaf hij zich naar Portugal en werd er secretaris van de Académie van Wetenschappen te Lissabon. In die betrekking was hij met ijver werkzaam, verzamelde een „Colleçao de livros ineditos de historia portuguesa (1791—1793)” en bevorderde er tevens de studie der plantenkunde.
Door de inquisitie vervolgd, nam hij in 1786 de wijk naar Frankrijk en toen naar Turijn, keerde naar zijn vaderland terug, maar moest, als verdacht van revolutionaire gezindheden, nogmaals de vlugt nemen. Nu ging hij naar Engeland, vandaar naar Parijs, in 1812 naar New-York, hield botanische voorlezingen te Philadelphia, werd in 1816 benoemd tot gevolmagtigd minister van Portugal bij de Vereenigde Staten, keerde in 1821 als lid van den raad van Financiën naar Portugal terug, zag er zich in 1823 tot lid der Cortes gekozen, doch overleed reeds den 11den September van laatstgenoemd jaar.
