Colonne of kolonne is in de krijgskunst in het algemeen eene stelling van troepen, waarbij de diepte grooter is dan het front. Colonnes worden uit de linie gevormd door fragmenten der linie achter elkaar te voegen. Zijn de hierdoor ontstane openingen der lijn zoo groot of grooter dan de fronten, zoo noemt men de colonnes open, — zijn ze kleiner, zoo noemt men die gesloten. Blijven de colonnes met aanmerkelijke openingen op dezelfde hoogte, dan vormen zij eene linie van colonnes.
Het voorste gedeelte noemt men het hoofd (tête), het achterste den staart (queue) der colonnes. Men heeft marsch-colonnes met een smal front, om langs smalle wegen te kunnen trekken, — manoeuvreer-colonnes met breeder front, om sneller van rigting te kunnen veranderen, — en aanvalcolonnes, die naar omstandigheden geformeerd worden. Immers bij een aanval past een breed front, om van de magt der wapens gebruik te maken; doch men maakt het front smal, wanneer men door de vijanden wil heen slaan, terwijl men carrés (vierkante kolonnes) formeert, om den schok der ruiterij te verduren. Het oprukken in collonnes verschaft groote voordeelen, omdat men daarbij beter de orde kan bewaren, meer kracht van aanval en verdediging heeft en minder gebonden is aan het terrein, dan bij bewegingen der geheele linie. Colonnes van aanval worden doorgaans bataljonsgewijs geformeerd.
Groote massa’s, zooals Napoleon in het vuur bragt, zouden thans niet bestand wezen tegen het getrokken geschut. In den laatsten tijd heeft men daarom colonnes gevormd van compagniën. Minder gebruikelijk dan bij de infanterie is het forméren van colonnes bij de cavalerie, hoewel ook hiertoe noodzakelijkheid kan wezen. De artillerie vuurt steeds in linie, zoodat alleen buiten het bereik van het vijandelijk geschut eene opstelling in colonnes te pas komt.
Hoe colonnes gevormd worden, kan men zich gemakkelijk verbeelden, namelijk door zijwaarts te zwenken, zoodat er openingen tusschen de afdeelingen ontstaan, of door eene afdeeling te laten voortrukken, waarna de naaste afdeeling er zich met eenen diagonaalmarsch achteraan sluit, terwijl op omgekeerde wijze uit de colonnes wederom de linie gevormd wordt. Wanneer eene armee slagvaardig voorwaarts rukt, geschiedt zulks in eene linie van colonnes, en daar men zelden een voldoend aantal in gelijke rigting loopende wegen daarvoor aantreft, worden deze vooraf gebaand en door stroowisschen (jalons) aangewezen. — Het is blijkbaar, dat het woord colonel of kolonel niets anders beteekent dan aanvoerder eener militaire colonne. Dit laatste woord eindelijk is afkomstig van het Latijnsche columna (zuil).