Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cobet

betekenis & definitie

Cobet (Carel Gabriël), een uitstekend Nederlandsch beoefenaar der Oude, bepaaldelijk der Grieksche letterkunde, werd geboren te Parjjs 28 November 1813. Zijn vader bekleedde aldaar gedurende Nederlands inlijving in het Keizerrijk eene betrekking, doch keerde na de bevrijding des Vaderlands naar ’s Hage terug, alwaar zijn zoon van 1827 tot 1832 de Latijnsche school bezocht.

Na het voleindigen zijner Academische studiën verleende de faculteit der wijsbegeerte en letteren te Leiden hem eershalve den rang van doctor in de letteren, en werd hij in de gelegenheid gesteld om op kosten van den Staat eene wetenschappelijke reis te ondernemen (1840—1845) en het jaar daarna te Leiden als hoogleeraar geplaatst. Hij heeft zich door zijne critische uitgave van Grieksche schrijvers en door zijne scherpzinnige beschouwingen over den Griekschen versbouw een Européschen roem verworven.

Tot zijne belangrijkste geschriften behooren: „Prosopographia Xenophontea (1836)”, „Observationes criticae in Platonis comici reliquias (1840)”, „Oratio de arte interpretandi grammatices et critices fundamenta innixa primario philologi officio (1847)”, „Variae lectiones, quibus continentur observationes criticae in scriptores Graecos (1854)”, „Novae lectiones etc. (1858)”, „Hyperides Oratio Funebris (1857),” „Philostratus de arte gymnastica (1859)”, „Xenophontis Anabasis et Hellenica (1859)”, en „Orationes Lysiae (1863)”.

< >