Clausewitz (Karl von), een uitmuntend Pruissisch generaal en begaafd schrijver over militaire aangelegenheden, werd geboren te Burg den lsten Junij 1780, genoot eene gebrekkige opleiding en trad op 12-jarigen leeftijd reeds als vaandrig in dienst in het infanterieregiment van prins Ferdinand, waarna hij in 1793 en 1794 de veldtogten aan de Rijn bijwoonde. In de jaren 1801—1803 bezocht hij de militaire school te Berlijn en gaf er getuigenis van groote talenten. In 1806 vergezelde hij prins August als adjudant, werd ten gevolge der capitulatie van Prenzlau als gevangene naar Frankrijk gebragt, diende daarna tot 1812 bij den generalen staf en werkte op het bureau van generaal von Scharnhorst. Daarenboven gaf hij aan den Kroonprins van Pruissen en aan prins Frederïk der Nederlanden onderwijs in de krijgswetenschap.
Bij het uitbarsten van den Russischen oorlog trad hij in Russische dienst, nam als kwartiermeester-generaal deel aan den veldtogt, en werd in 1813 als Russisch officier van den generalen staf aan het hoofdkwartier van Blücher geplaatst. Gedurende den wapenstilstand schreef hij zijn „Uebersicht des Feldzugs von 1811”, waarvan Gneisenau geruimen tijd als schrijver beschouwd werd. Vervolgens zag hij zich bevorderd tot chef van den generalen staf van het RussischDuitsche legioen, en in 1815 van het Pruissische corps onder Thielemann, — voorts in 1818 tot generaal-majoor en directeur der algemeene militaire school. Nadat hij in 1830 bij de artillerie en later als chef van den generalen staf bij den veldmaarschalk Gneisenau was geplaatst, overleed hij te Breslau den 16den November 1831. In zijne „Hinterlassenen Werke über Krieg und Kriegführung (1832—1837, 10 dln)” is veel belangrijks opgeteekend; vooral het daarin opgenomen werk „ Vom Kriege” wordt op hoogen prijs gesteld.
