Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chrysanthemum L.

betekenis & definitie

Chrysanthemum L. of ganzebloem is de naam van een plantengeslacht uit de familie der zaamgesteldbloemigen (Compositae); het onderscheidt zich door een half-bolrond, dakpanV. vormig omwindsel, door tweeslachtige, buisvormige, 5-tandige schijfbloemen en vrouwelijke, tongvormige straalbloemen, door een naakten vruchtbodem en vruchtjes zonder zaadpluis. Het omvat eenjarige en overblijvende kruiden en eenige halve heesters, die algemeen verspreid zijn. Van de soorten noemen wij C. coronarium L. met witte en gele straal- en goudgele schijfbloemen, die in het zuiden van Europa groeit en waarvan de bloemen worden aanbevolen tegen geelzucht en tot het zachtmaken van gezwellen, C. Leucanthemum L. (de witte ganzebloem) met stengelomvattende, lancetvormig-gezaagde, aan den voet ingesnedengetande bladeren, spatelvormige wortelbladeren, een vertakten stengel, gele schijf- en witte straalbloemen, in onze weilanden algemeen groeijende en volgens Cantraine een onfeilbaar middel tegen vlooijen, C. segetum L. met fraaije goudgele bloemen en op onze zandige bouwlanden te vinden, — C. carinatum Schomb. met fraaije 3-kleurige bloemen, in Barbarije groeijende, — C. grandiflorum Wïlld. met groote bloemen, wier schijf geel en wier straal wit is, van de Canarische eilanden afkomstig, — C. Roxburghii Desf., die ongeveer 1 Ned. el hoog wordt, gele bloemen draagt, somtijds met een witten straal, en in Oost-Indië groeit, waar de bloemen op gelijke wijze gebruikt worden als bij ons de kamillen.

< >