Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chloroform

betekenis & definitie

Chloroform of formenchloride is eene waterheldere vloeistof met een soortelijk gewigt van 1,495 tot 1,500 en met een aangenamen, zoetachtigen reuk en smaak. Zij is niet zeer oplosbaar in water, doch des te beter in alkohol en aether, kookt bij 60° of 61° C., en kleurt bij het branden het buitenste gedeelte der vlam groen. Zij is een chloor-substitutieproduct van chloormethyl, waarin 2 verbindingsgewigten waterstof door chloor vervangen zijn. Door behandeling met chloor verandert zij in dubbelchloorkoolstof, en eene oplossing van kali in wijngeest levert daarmede mierenzuur en chloorkalium.

Chloroform wordt verkregen, wanneer men 100 pond chloorkalk van 28% vermengt met 400 pond water, er 12½ pond alkohol van 90% bij voegt en in eene kolf giet, die slechts half gevuld mag worden. Als de toestel goed is digtgestreken, blijft hij 12 uur staan, en daarna wordt de chloroform er door omzigtige destillatie uit verkregen. Men bekomt alzoo 7 pond ruwe chloroform en een water, waarin zich nog alkohol en chloroform in opgelosten toestand bevinden, weshalve het voor eene volgende destillatie weder in de kolf gedaan wordt.

De ruwe chloroform wordt vervolgens met eene verdunde soda-oplossing omgeschud, daarna met water gewasschen en dan in een waterbad zoo vaak over geconcentreerd zwavelzuur gerectificeerd, totdat dit laatste er niet langer bruin van wordt. Dan heeft men zuivere chloroform.

Men onderscheidt deze door de volgende eigenschappen: zij moet het bovenvermeld soortelijk gewigt bezitten, bij het verdampen niet zuur rieken, met eene oplossing van chroomzuur omgeschud, deze niet groen kleuren, — zij moet voorts volkomen neutraal reageren, eene zilver-oplossing niet troebel maken, aan kaliloog bij omschudding geene bruine kleur geven en door natrium niet veranderd worden.

Het is van groot belang, de zuiverheid van chloroform te onderzoeken, daar er bij het gebruik van dat middel in een onzuiveren toestand ligt onheilen kunnen plaats grijpen. Door chloroform worden phosphorus en zwavel in geringe hoeveelheid, doch iodium, bromium, kamfer, kaoetsjoek, getah pertsja, was, barnsteen, kopal en de meeste harsen zeer gemakkelijk opgelost.

De oplossingen van kaoetsjoek en getah pertsja worden als vernis gebruikt, en de laatste ook wel als collodium. Zij dient voorts tot zuivering van getah pertsja (zie onder dit woord), voorts tot quantitatieve bepaling der alkaloïden in plantendeelen. Oplosbaar in chloroform zijn chinine, veratrine, narcotine, emetine, strychnine, brucine, piperine, cantharidine en santonine, — onoplosbaar daarentegen jalappe-hars, morphine cinchonine, amygdaline, salicine, phloridzine, digitaline, pisstof en suiker.

Zij beslaat voorts eene hoogst belangrijke plaats onder de anaesthétische middelen (zie onder deze woorden), waartoe het in 1848 het eerst door Simpson werd aanbevolen. Het verdient de voorkeur boven aether en mag, bij een omzigtig gebruik, volstrekt niet gevaarlijk genoemd worden, althans niet in de handen van een ervaren geneesheer. In den laatsten tijd is zij veel en met goed gevolg bij gewone verlossingen aangewend.

Heeft iemand te veel chloroform ingeademd, dan komen vooral frissche lucht en een stortbad van koud water te pas, terwijl tevens geraden blijft om zoo mogelijk zuivere zuurstof in de longen te brengen. In Engeland maken de bijenhouders van chloroform gebruik, wanneer zij de bijen van den eenen korf in den anderen willen overbrengen, en men heeft het er ook wel aangewend bij het slagten van vee.

Om ergens op de huid een sterken prikkel voort te brengen schudde men in eene flesch gelijke maatdeelen chloroform en versch eiwit dooreen; hierdoor ontstaat eene gelei (chloroform-gelei genaamd), die — op de huid gelegd — eerst eene aangename koude, doch na verloop van eenige minuten een hevig jeuken, branden en prikkelen veroorzaakt, zoodat de gelei verwijderd moet worden.

Wil men onderzoeken, of er chloroform in bloed is, dan verwarmt men het in eene kookflesch, waarop zich een kurk bevindt, doorboord van eene regthoekig gebogene aan het uiteinde lang uitgehaalde buis. In dit uiteinde plaatst men eene strook licht blaauw iodiumstijfselpapier. Nu deelt men aan eene plek der buis door middel eener lamp gloeihitte mede en brengt voorts het bloed aan het koken. Hierbij ontwijkt de chloroform, indien zij aanwezig is en wordt in de gloeijende buis ontbonden, waarna het vrije chloor het iodiumstijfselpapier ontkleurt.

< >