Chassepot-geweer een achterlader, alzoo genoemd naar zijn uitvinder Antoine Alphonse Chassepot, geboren den 4den Maart 1833 en sedert 1858 ambtenaar bij de wapenfabriek van St. Thomas te Parijs, was in den jongsten oorlog het vuurwapen der Fransche infanterie.
Het is terstond na 1866 — na het einde van den Pruisisch-Oostenrijkschen oorlog — in Frankrijk ingevoerd en rust op hetzelfde stelsel als het zundnadelgeweer, terwijl het in plaats van de zundnaald eene kortere en sterke stift heeft, die door eene spiraal wordt voortgestuwd. Het is veel ligter dan het zundnadelgeweer en het kaliber 41/2 Ned. streep kleiner, zoodat 5 chassepot-patronen niet zwaarder zijn dan 3 zundnadelpatronen.
De Fransche infanterist trekt dan ook ten strijde met 90 en de Duitsche met 60 patronen. Met het chassepotgeweer kan men 8tot 11-maal in eene minuut vuren, met het zundnadelgeweer 7-maal. De draagwijdte van dit laatste is 4tot 500 pas, die van het chassepot-geweer 3-maal zoo ver. Daarom hebben de Franschen, voor zoover zij er goed mede wisten om te gaan, met dit wapen in de jaren 1870 en 1871 aan de Duitschers geweldige verliezen toegebragt. Van de Fransche cavalerie zijn ook de dragonders, de chasseurs en de huzaren met chassepot-karabjjnen gewapend.
