Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Charlotte

betekenis & definitie

Charlotte is een vrouwelijke voornaam, afgeleid van den Franschen mansnaam Charles (Karel). Merkwaardige vorstelijke personen van dien naam waren:

Charlotte Elizabeth van Beijeren, eene dochter van den pfalzgraaf Karel Ludwig. Zij werd geboren in 1652 te Heidelberg, was de tweede gemalin van Philippe van Orléans en alzoo de moeder van den lateren regent. Zij was niet schoon, maar wist door haren geest, en tevens door hare liefde tot allerlei ridderlijke oefeningen de aanzienlijken van het Hof te boeijen en te beheerschen. Zij overleed in 1722, een geschrift achterlatende, getiteld „Fragments ou lettres originales de Madame”, ook uitgegeven onder den titel „Mélanges historiques, anecdotiques et critiques (1788).” Charlotte Christine, eene dochter van den hertog Ludwig Rudolf van Brunswijk-Wolfenbüttel. Zij werd geboren in 1684, huwde in 1711 met den Russischen grootvorst Alexis Petrowitsj, een zoon van Peter I en overleed in 1715 van verdriet over de slechte bejegening, die zij van haren gemaal ondervond. Haar zoon beklom later als Peter II den troon. De sage, dat zij zich voor dood heeft uitgegeven, maar naar Amerika ontsnapt, aldaar met zekeren d'Auban gehuwd en in 1770 overleden is, schijnt van allen grond ontbloot te wezen.

Charlotte van Bourbon, eene dochter van Lodewijk van Bourbon, hertog van Montpensier, en 3e gemalin van Willem I, prins van Oranje, waarmede hij in het huwelijk trad bij het leven van zijne tweede vrouw Anna van Saksen, van wie hij zich had laten scheiden. Zij was eerst abtdis van Jouarre geweest, doch in 1571 geweken naar Frederik II, keurvorst van de Pfalz, waar zij de Hervormde godsdienst omhelsde. Marnix, als onderhandelaar van den Prins, begeleidde haar met 2 oorlogschepen over Emden naar den Briel, waar op den 12den Junij 1575 het huwelijk gesloten werd. De wettigheid van dezen echt is door de tegenstanders van den Prins hevig betwist op grond van hare kloostergeloften, van den gebrekkigen vorm van ’s Prinsen scheiding van zijne tweede gemalin, en van de ontbrekende toestemming van den hertog van Montpensier, doch door bevoegde autoriteiten erkend. Zij was ongemeen aan den Prins gehecht, zooals blijkt uit hare brieven, in de „Archives” van Groen van Prinsterer bewaard. Zij bleef zooveel mogelijk in de nabijheid van haren gemaal, vergezelde hem bij zijn intogt in Utrecht (1578), schonk hem 6 kinderen, en ontving een hevigen schok, toen de Prins te Antwerpen door den kogel van Jean Jauregui getroffen werd, zoodat zij den 5den Mei 1582 te Antwerpen overleed, waarna zij in de hoofdkerk aldaar werd ter aarde besteld.

Charlotte Joachine van Bourbon, eene dochter van Karel IV van Spanje en van Maria Louiza van Parma. Zij werd geboren den 25sten Augustus 1775 en huwde in 1790 met Joao, infant van Portugal. Zij was niet schoon, en het huwelijk niet zeer gelukkig, zoodat het, schoon met 9 kinderen gezegend, in 1805 verbroken werd. Wegens deelneming aan eene zamenzwering tegen haren man werd zij door dezen naar Quelus verbannen; toch volgde zij hem in 1807 naar Brazilië en hield met hare 3 dochters te Rio-Janeiro een Hof, dat het brandpunt was der oppositie tegen de regéring van haren echtgenoot. Toen hare hoop, om door de Cortes tot regentes van Spanje benoemd te worden, schipbreuk leed, wilde zij zich tot Koningin van Chili en Peru verheffen of, zoo dit niet gelukte, het gezag van Ferdinand VII in de Nieuwe Wereld herstellen.

Doch al die plannen verdwenen in rook, toen haar agent, de beruchte Tor, bekend onder den naam van kolonel Fort, werd gevangen genomen. Toen Joao VI na de revolutie van Oporto (1816) aarzelde met de invoering der constitutie, begaf zij zich naar Portugal, om het hoogste gezag in bezit te nemen, doch werd, daarin teleurgesteld, met haren zoon dom Miguël de ziel der absolutistische partij. Laatstgenoemde moest na een bloedigen burgeroorlog het land verlaten, en Charlotte werd naar een klooster verwezen. Later bewoonde zij het kasteel Quelus, en na den dood des Konings (1825) vernieuwde zij — doch te vergeefs — hare aanslagen, en overleed op den 7den Januarij 1830.

< >