Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cerberus

betekenis & definitie

Cerberus, de veelhoofdige hond der Onderwereld, was Volgens Hésiodus een telg van Typhoon en Echidna. Hij bezat 50 koppen, den staart van een draak, eene maan van 100 slangen, en een vergiftigen adem en speeksel. Bij zijn geblaf siddert de hel, en wanneer hij zich van zijne 100 ketenen heeft losgerukt, kunnen zelfs de Furiën hem niet overweldigen. Als deurwachter van den Oreus belet hij de schimmen, hun akelig verblijf te verlaten.

Zijn hol bevindt zich aan de overzijde van de Styx en volgens Apollodórus aan den mond van de Acheron. Willen levenden zich naar den Hades begeven, dan dienen zij hem te temmen door muziek, door eene massa uit papavers en honig zamengesteld of door den staf van Mercurius. Heracles (Hercules) sleepte hem gebonden naar Heracléa; uit zijn giftig speeksel ontsproot het aconitum, en Heracles was eenigen tijd razend van den beet, hem door Cerberus toegebragt. — Een sterrebeeld aan den noordelijken hemel ontving van Hevelius den naam van Cerberus.

< >