Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Capitanata

betekenis & definitie

Capitanata, is eene Italiaansche provincie van het voormalig koningrijk Napels, is een gedeelte van het oude Apulië, grenst ten noorden en oosten aan de Adriatische zee, ten zuidoosten aan Terra di Bari en Basilicata, ten zuidwesten aan Principato ulteriore, en ten westen en noordwesten aan Benevento en Molise, is in 3 districten (Foggia, Sansevero en Bovino) verdeeld en telt op bijna 138 □ gegr. mijlen omstreeks 320000 inwoners.

Deze provincie ligt aan de oostelijke helling der Apennijnen, van welke zich heuvelachtige uitloopers tot aan Foggia uitstrekken. Afzonderlijk verheft er zich het voorgebergte Gargano bij de Golf van Manfredonia met den Calvo (1500 Ned. el). Daarenboven verrijzen er nog eenige andere toppen, terwijl voor ’t overige in het oosten en zuiden eene lage vlakte zich uitstrekt ter lengte van 12 en ter breedte van 5 geogr. mijl, het Tavogliére di Puglia (Schaakbord van Apulië) genoemd, waar op den zandbodem het gras des winters welig groeit.

De voornaamste rivieren zijn er de Fortore, de Candelaro met eenige zijrivieren, de Cervaro, de Carapella en de Ofanto. De kusten hebben er eene flaauwe helling en zijn van goede havens verstoken, maar er bevinden zich onderscheidene groote lagunen, haffen of strandmeren, die slechts door eene smalle landstrook van de zee gescheiden zijn. Aan het einde van het Lago di Salpi liggen zoutmijnen, die een aanzienlijken voorraad zout opleveren. Het klimaat is er, vooral in de vlakte, zeer warm en gedeeltelijk ook ongezond. Vaak verdroogen er alle vruchten in den bodem, en men is er genoodzaakt, om het water in bakken te vergaderen, terwijl bij voldoenden regen de grond zeer vruchtbaar is en allerlei graan, ooft, olijven-olie, goeden wijn enz., oplevert.

Men heeft er voortreffelijke paarden en runderen en vooral groote kudden schapen. Deze waren er reeds in de dagen van Caesar, maar de schapenteelt is er vooral toegenomen na 1445, toen Alfonsus I van Aragon merino-schapen derwaarts bragt. Van dien tijd af tot 1592 was er het aantal schapen van 90000 tot bijna 4½ millioen geklommen. De vischvangst is er van weinig belang en de nijverheid staat er in het algemeen op een lagen trap. De ontwikkeling der inwoners is hieraan geëvenredigd. De voornaamste handelplaats, tevens de hoofdstad der provincie is Foggia, in het binnenland gelegen, en men vindt kleine havens te Rodi aan de noordkust, te Vièsti aan den oostelijken uithoek, en te Manfredonia.

< >