Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Cantal

betekenis & definitie

Cantal is een binnenlandsch departement in het zuiden van Frankrijk, grenst ten noorden aan het departement Puy-de-Dôme, ten oosten aan Loire superieure, ten zuidoosten aan Lozère, ten zuiden aan Aveyron, ten westen aan Lot en Corrèze, en beslaat met zijn 4 arrondissementen eene oppervlakte van ruim 104 □ geogr.mijlen, waarop omstreeks ¼ millioen inwoners gevestigd zijn. Het ontleent zijn naam aan het Cantal-gebergte, eene vulkanische groep, die met hare stervormige uitloopers bijna het geheele departement bedekt en zich in den Plomb du Cantal (bijna 2000 Ned. el) het hoogst verheft. Rondom dat gevaarte verrijzen afzonderlijke Puys of geweldige massa’s lava, zooals de Puy Marie, de Puy Violent, de Col de Cabre enz., alle slechts weinig lager dan eerstgenoemde. De belangrijkste uitlooper strekt zich tusschen de Lot en Dordogne zuidwestwaarts uit, aanvankelijk in de gedaante van eene steile bergketen ter hoogte van 1700 Ned. el, van diepe kloven doorsneden, maar later overgaande tot eene hoogvlakte met vruchtbare dalen.

De basis der kern van het Cantal-gebergte heeft een omvang van 7 geogr. mijl.; in het midden vindt men trachiet en aan de hellingen basalt, porfier, slakken, puimsteen en lava, die er in zoo groote hoeveelheid uit de kraters zijn gevloeid, dat zij overal de dalen hebben gevuld. De bergen zijn er aan de geweldigste stormen blootgesteld en gedurende 2/3 des jaars met sneeuw bedekt. Talrijke beken storten er zich in watervallen van de toppen, besproeijen de weiden en vormen er de bronnen van een aantal rivieren, zooals de Rue, de Maronne, deCére, de Truyère en de Alagnon. Belangrijke delfstoffen zijn er nagenoeg niet te vinden: men heeft bij Champagnac eenige steenkolen-mijnen, voorts eene zilverhoudende loodmijn en eenige graniet-, kalk- en marmergroeven. Bij het Cantalgebergte ontspringen meer dan 100 geneeskrachtige bronnen, zooals die van Chaudes-Aigues, Aurillae, Absae-Availles, Sainte- Marie, Fontanes enz. De landbouw is er alleen in de vruchtbare dalen van eenig belang.

Men verbouwt er haver en boekweit, vlas en hennep, aardappels en kastanjes. De wijn is er zeer middelmatig, doch wegens de voortreffelijke bergweiden bloeit er de veeteelt. Vette ossen worden van hier vervoerd naar alle oorden des rijks; ook maakt men er boter en 3 soorten van kaas. De fabrieknijverheid is er zeer gering, en vele bewoners des lands zwerven als ketellappers door Frankrijk, Spanje en Nederland. De hoofdstad van het departement is Aurillae.