Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Calais

betekenis & definitie

Calais, eene belangrijke havenstad in het Fransche departement Pas de Calais, arrondissement Boulogne in Picardië, gelegen aan het naauwste gedeelte van het Engelsche kanaal en aan den mond van het kanaal van St. Omer, is wegens hare verdedigingswerken, hare citadel, het fort Nieulet en de haar omringende moerassen eene vesting van den eersten rang.

Zij bestaat uit eene boven- en benedenstad en de noordoostelijke voorstad Courgain, bezit fraaije wandelplaatsen, breede en sierlijke straten, prachtige huizen, een ruim marktplein, 2 kerken, een merkwaardig stadhuis, eene beurs, eene Latijnsche en eene zeevaartschool, eene boekerij met 11000 deelen, en omstreeks 14000 inwoners, die in fabrieken van olie, zeep, leder, tulle, mutsen, katoen enz. werkzaam zijn. Voorts heeft men er eene belangrijke visscherij en veel handel in graan, wijn, olie, vlas, hout en brandewijn. Calais is de zetel van een paar regtbanken, van een collége, van een land- bouwgenootschap en van eene vereeniging voor kunsten en wetenschappen.

Het zou er echter zeer stil zijn, zoo niet jaarlijks 25- tot 30000 reizigers er doorheen trokken. De ondiepe haven, die met eene gestadige verzanding te worstelen heeft, kan slechts kleine schepen opnemen; zij wordt door 5 forten beveiligd, en in hare nabijheid verheffen zich eene zuil ter gedachtenis der aankomst van Lodewijk XVIII en een vuurtoren (1848). Van hier vertrekken dagelijks stoombooten naar Dover in Engeland, en er loopt ook eene telegraaflijn derwaarts, terwijl zij door spoorwegen over Rijssel met België en Duitschland en over Boulogne met Amiens en Parijs verbonden is.

Calais behoorde in de middeleeuwen tot het graafschap Boulogne en droeg tot in de 13de eeuw den naam van Scalus. Wegens hare ligging was zij meermalen het tooneel van den strijd tusschen Frankrijk en Engeland. Nadat Eduard III van Engeland in den slag bij Crecy den 25sten en 27sten Julij 1346 de Franschen onder Philippe VI geslagen had, belegerde hij Calais, om een vast punt te hebben op den vijandelijken bodem. Na verloop van 11 maanden veroverde hij de stad den 14den Augustus 1347.

Toen Parijs den 13den April 1436 in de handen was gevallen van Karel VII, bleef Calais de eenige plaats van belang, die de Engelschen in hunne magt hadden. Om hun die te ontrukken, verscheen hertog Philips van Bourgoudie in Julij 1436 vóór de stad, maar moest weldra, het beleg opbreken. Calais bleef nu door de Engelschen bezet tot aan den 8sten Januarij 1558, toen hertog François de Guise haar innam.

— Op de hoogte van Calais werd den 29sten Julij 1588 de Spaansche Armada (zie onder dit woord) verslagen en verstrooid. Onder den aartshertog Albertus van Oostenrijk maakten de Spanjaarden zich wel is waar meester van het gebied van Calais (1595), maar zij moesten het teruggeven bij den Vrede van Vervins. Bij Calais werd den 21sten October 1639 de Spaansche zilvervloot door de Nederlanders vernietigd: 20 schepen leden schipbreuk op de Engelsche kust, 16 werden veroverd, en 14 zonken in de diepte bij Calais en Boulogne, terwijl het rampzalig overschot in Duinkerken eene toevlugt vond. In dien zeeslag verloren 8000 Spanjaarden het leven, terwijl de zegepraal den Nederlanders op slechts 10 schepen kwam te staan.

— Nabij Calais ligt de gemeente St. Pierre les Calais, welke ongeveer 16000 inwoners telt, die vooral in vlasspinnerijen en tullefabrieken werkzaam zijn.