Onder dezen naam vermelden wij:
Frans Xaver Bronner, een der verdienstelijkste Duitsche idyllen-dichters. Hij werd geboren te Höchstadt in Zwaben den 23sten December 1758, bezocht het collegie der Jezuïeten te Dillingen en ging vandaar als Benedictijner monnik naar Donauwörth. Eene schoone verzameling van visschersgedichten en verhalen met eene voorrede van Geszner (1787—1793, 3 dln) was de vrucht van zijn verblijf in het klooster. Dit laatste scheen hem echter weinig te behagen, want in 1784 nam hij de wijk naar Basel, waar hij onder den naam van Jos. Winfried werkzaam werd in eene boekdrukkerij. Eene poging, om zich in Augsburg wederom aan het kloosterleven te gewennen, eindigde met eene herhaalde vlugt, en zijne vrienden in Zwitserland bezorgden hem eene onderwijzersbetrekking in Aarau, vanwaar hij zich naar Frankrijk en in 1810 als hoogleeraar naar Kasan begaf. In 1817 keerde hij naar Aarau terug, werd er weder onderwijzer aan de school van het kanton, later archivaris en bibliothecaris, verloor vervolgens het gezigt en leefde van een pensioen, hem door den Grooten Raad toegekend, tot aan zijn dood, die voorviel op den 17den Augustus 1850. De lotgevallen van zijn jeugdigen leeftijd zijn door hem zelven beschreven (1795—1797, 3 dln), — voorts heeft men van hem “Der erste Krieg (1810, 2 dln)”, “Lustfahrten ins Idyllenland (1833, 2 dln)”, “Abenteuerliche Geschichte Herzogs Werner von Urslingen (1828)” en “Der Kanton Aargau (1844, 2 dln)”.
Jochem Philipp Bronner, één der verdienstelijkste wijnkenners en wijnbouwers van den jongsten tijd. Hij werd geboren te Neckargemünd in 1792 en vestigde zich in 1816 als apotheker te Wiesbaden. Eene grondige kennis der natuur stelde hem in staat, om op wetenschappelijke wijze verbeteringen aan te brengen in den wijnbouw, vooral in het snoeijen en kweeken van den wijnstok. Hij deed reizen door alle gewesten, waar de wijnbouw gedreven wordt, van Spanje tot aan de Turksche grenzen, en hij bragt van den wijnstok 400 soorten bijeen, die hij alle in zijne wijngaarden aankweekte. Hjj werd vervolgens benoemd tot oeconomie-raad en woont als grondbezitter en apotheker te Wiesbach bij Heidelberg. Hij heeft in eene reeks van geschriften den wijnbouw in onderscheidene gewesten van Duitschland en Frankrijk beschreven.
