Broekhuyzen Jr. (George Hendricus), een verdienstelijk Nederlandsch toonkunstenaar , werd geboren te Amsterdam den 25sten Februarij 1818. Reeds vroeg gaf hij blijken van vlugheid van geest en van een buitengewonen aanleg voor de toonkunst. Hij genoot het onderwijs van G. Foek, en na verloop van 3 jaren was hij in staat om alles van het blad te zingen.
Ook maakte hij onder de leiding van Sommer snelle vorderingen in het piano-spel, en weldra componeerde hij zelf muziekstukken. Op 13-jarigen leeftijd vervaardigde hij een vaderlandsch lied met orchest, en na de bestorming der Citadel te Antwerpen eene driestemmige cantate, beide met woorden van zijn oom Gerardus Henricus Broekhuyzen. Van Jan George Bertelman ontving hij nu onderrigt in de regelen der compositie , en hij leverde een aantal fraaije stukken. Op de muziekschool verwierf hij 3 jaren aaneen den hoogsten prijs van zijne klasse. Als altzanger onderscheidde hij zich door eene zuivere intonatie en eene smaakvolle voordragt, en als klavierspeler bezat hij eene ongemeene vaardigheid. Van zijne compositiën verwierven vooral de muziek van het ballet “De schoone slaapster in ’t bosch”, de “Melancholie-wals” en de “Post-galop” grooten bijval. Hij overleed den 23sten Januarij 1849, en de reeks der door hem vervaardigde en uitgegevene liederen, romances, cantates, kwartetten, balletten, walzen, galoppen, françaises, variatiën, enz. is te groot, om ze hier in bijzonderheden te vermelden.