Brigade noemt men gemeenlijk eene aanzienlijke hoeveelheid troepen van hetzelfde wapen; men heeft derhalve infanterie-, cavalerie- en artillerie-brigades. Daarenboven zijn er trouwens gecombineerde brigades van manschappen van verschillende wapenen.
Eindelijk geeft men den naam van brigade ook aan met eenig werk belaste kleine ploegen genietroepen en dergelijke, bijv. aan eene kleine sectie bij de Fransche cavalerie en gendarmerie, waar zij uit 6 man en een onderofficier bestaat, welke laatste den naam draagt van brigadier. Deze benaming was ook geruimen tijd bij ons in zwang bij bereden troepen voor korporaal.
De verdeeling in brigades is het eerst ingevoerd door Gustaaf Adolf, en toen zij in den slag van Demmin (1630) de proef had doorgestaan, bleef zij behouden. Hij verdeelde zijn leger in 6 brigades, elk van 2 of 3 regimenten. Zijne Duitsche bondgenooten volgden dit slechts na bij de nadering van het gevecht, terwijl zij voor ’t overige de verdeeling in bataljons handhaafden. Bij het Fransche leger is de verdeeling in brigades ingevoerd door Turenne (1667).
Gedurende de revolutie-oorlogen zijn aldaar ook halve brigades gevormd, bestaande uit 2 bataljons Nationale gardes en 1 bataljon linie-troepen. De naam van halve brigade heeft vervolgens plaats gemaakt voor dien van regiment, en eene brigade bestond alzoo uit 2 regimenten. In 1808 zijn in Pruissen door Scharnhorst gecombineerde brigades verordend van 2 regimenten infanterie, 2 regimenten cavalerie en eene batterij, en dit werd in 1813 zóó gewijzigd, dat men bij 3 regimenten en eene batterij een escadron of — zoo zij tot de voorhoede behoorde — een regiment cavalerie voegde. Zulk eene zamenvoeging draagt thans den naam van divisie.