Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bouterwek

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermel­den wij:

Friedrich Bouterwek, een Duitsch wijsgeer en letterkundige, die den 15den April 1766 te Ocker bij Goslar geboren werd. Hij stu­deerde te Göttingen in de regten, maar hield zich vooral bezig met letterkundigen arbeid. Onder den naam van Adrianow gaf hij den roman uit “Briefe des Grafen Donamar (Göt­tingen 1791—1793, 3 dln, ook in het Neder­landsch vertaald)’’ en een aantal gedichten. Na een kort vertoef te Hannover en Berlijn keerde hij in 1789 naar Göttingen terug, hield er voorlezingen over de wijsbegeerte van Kant, verliet nogmaals die stad, en werd er in 1797 tot buitengewoon en in 1802 tot ge­woon hoogleeraar in de wijsbegeerte benoemd. In 1806 werd hij hofraad, en hij overleed den 9den Augustus 1828. Hij was aanvanke­lijk een aanhanger der wijsbegeerte van Kant, doch omhelsde later de gevoelens van Jacobi, en heeft eene reeks van belangrijke geschriften uitgegeven. Van dezen noemen wij “Ideen zu einer allgemeinen Apodiktik (1799, 2 dln).” “Lehrbuch der philosophischen Wissenschaf­ten (1813, 2 dln)”, “Religion der Vernunft (1824)”, “Aesthetik (1806, ook in het Neder­landsch vertaald)”, “Geschichte der neuen Poesie und Beredsamkeit (1801—1809, 12 dln)” en “Geschichte der Spanischen Poesie und Beredsamkeit”, van welke laatste in 1828 te Madrid zelfs eene Spaansche vertaling ver­schenen is.

Friedrich Bouterwek, een schilder, die om­streeks het jaar 1800 te Tarnowitz in Silézië geboren werd. Hij behaalde den grooten prijs der Academie en begaf zich toen naar Parijs, om er het onderwijs van Delaroche te genie­ten. Nadat hij hier 3-maal de gouden medaille verworven had, verleende de Academie te Berlijn hem een jaargeld, om hem in staat te stellen tot het volbrengen van eene reis naar Italië, waar zijn scheppend talent zich ontwikkelde. Na verloop van 2 jaren keerde hij terug naar Parijs en vestigde zich daarna te Berlijn. Het eerste groote stuk van zijne hand was “Orestes, vervolgd door de Eumenieden (1833)”. Daarna volgden “Romeo en Julia (1836)”, “Izaäk en Rebekka (1840)”) “Jacob en Rachel (1844)” en andere.

< >